Het agrarisch natuurbeheer in Overijssel is georganiseerd door drie agrarische Collectieven. De boeren die aan agrarisch natuurbeheer doen, zijn verenigd in deze Collectieven. Deze boeren voeren niet alleen weidevogelbeheer uit, ze zorgen er samen met de Collectieven ook voor dat het leefgebied van de weidevogels verbetert. Om dit leefgebied te verbeteren hebben de gezamenlijke Collectieven subsidie van het Ministerie van LNV en de EU verkregen voor de realisatie van onder andere plasdras en kruidenrijk grasland.
Plasdrassen voor weidevogels
Vernatting van het leefgebied voor weidevogels is van het grootste belang: de zachte bodem zorgt ervoor dat het voedsel, zoals regenwormen, voor de weidevogels makkelijker beschikbaar is. De natte bodem zorgt daarnaast voor een open vegetatie, waar de kuikens makkelijk in kunnen lopen om naar voedsel te zoeken. Om deze vernatting mogelijk te maken, worden voor weidevogelbeheer plasdrassen gerealiseerd. Bij een plasdras is plaatselijk water op het land gepompt.
Waterpomp met zonnepanelen
In Overijssel is subsidie verkregen voor de aanleg van bijna 100 nieuwe plasdrassen, waarvan meer dan de helft inmiddels is gerealiseerd. In veel gevallen betekent dit dat er inrichting plaatsvindt bijvoorbeeld door oevers af te schuinen of de toplaag te frezen. Daarnaast hoort bij elke plasdras een pomp, die ervoor zorgt dat het water in de plasdras terecht komt. Hierbij maken we nagenoeg altijd gebruik van een pomp met zonnepanelen.
Kruidenrijk grasland
Naast plasdrassen worden ook vele percelen met kruidenrijk grasland verbeterd. Dit kan bijvoorbeeld door vernatting met een pomp, maar ook door het inzaaien van zaaimengsels voor kruidenrijk grasland. Hiervoor worden zaaimengsels gebruikt, die speciaal voor weidevogelkuikens zijn ontwikkeld. De kruiden uit deze mengsels trekken veel insecten aan, die voedsel vormen voor de weidevogelkuikens. Ook zijn de kruiden gezond voor het vee, dus ook voor de boer is dit aantrekkelijk.
Rasters en drones
Verder zijn er vele kilometers aan raster aangeschaft; waarmee bijvoorbeeld plasdrassen of andere percelen met veel broedende weidevogels uitgerasterd kunnen worden. Zo kunnen vossen niet bij de nesten kunnen komen. Ook zijn er rasters aangeschaft om afzonderlijke nesten uit te rasteren. Dit wordt vooral bij wulpen ingezet en verhoogt het uitkomstsucces van de nesten. Tot slot zijn er drie weidevogeldrones aangeschaft; waarmee je nesten en kuikens op kunt sporen om ze zo beter te kunnen beschermen.
Bron: Natuur en Platteland
Beeld: Joachim van der Valk