Ganzen veroorzaken jaarlijks voor vele miljoenen grasschade. Dit bedrag neemt de laatste jaren steeds meer toe, onder andere doordat meer ganzen in ons land overwinteren. Om te beoordelen of de richtlijnen aan de hand waarvan de schade wordt vastgesteld nog effectief zijn, is dit jaar een onderzoek gestart.
Ganzenschade
Grondgebruikers kunnen ook bij schade aan gewassen een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12. BIJ12 handelt deze faunaschade af namens de provincies. In ruim 90% van de gevallen gaat het om ganzenschade aan landbouwgras. Jaarlijks is er zo’n 25 miljoen euro uitgekeerd aan tegemoetkomingen in grasschade. Het grootste deel van de ganzenschade komt voor in Noord-Holland en Friesland. De schade die ganzen veroorzaken aan grasland heeft tot gevolg dat er minder gras voor koeien beschikbaar is. Boeren moeten dan extra veevoer bijkopen. Om dit verlies te compenseren, ontvangen ze een tegemoetkoming van de provincie.
Verbetering van methode
Gedeputeerde Fokkinga van provincie Friesland zegt het belangrijk te vinden dat; “BIJ12 continue werkt aan optimalisering van de methoden om ganzenschade te bepalen. Een grondgebruiker heeft recht op een heldere en eenduidige manier waarop schade wordt bepaald. Gewasschade door ganzen kost in Nederland jaarlijks miljoenen. Het is daarom essentieel dat er continue aandacht en inzet is voor de verbetering van methoden.”
Protocollen en richtlijnen
Om de oorzaak en exacte omvang van grasschade te bepalen, schakelt BIJ12 onafhankelijke taxatiebureaus in. De taxateurs bepalen de schade aan de hand van ‘Protocollen en richtlijnen taxaties faunaschade’. Om een inschatting te kunnen maken van de inkomstenderving is vóór het moment van oogsten gemeten hoeveel gras er op een aangevreten stuk grasland staat. Dit wordt vergeleken met een onbeschadigd stuk grasland.
Verdere professionalisering
De richtlijnen voor het bepalen van grasschade zijn gebaseerd op het rapport Meten is weten, uit 2001. Moniek Brugmans, manager Faunazaken BIJ12: “Er is technisch nu veel meer mogelijk dan toen en de schade door ganzen is sindsdien flink toegenomen. Het is dus hoog tijd om ook de taxatierichtlijnen nog eens goed te bekijken. Bovendien past het bij de professionaliseringsslag waarmee BIJ12 bezig is. Zo werken taxateurs niet langer meer met pen en papier, maar gaan met tablets het veld in. Ook is het indienen van een aanvraag voor een tegemoetkoming volledig geautomatiseerd in het portaal MijnFaunazaken. Een volgende logische stap is om samen met boeren en taxateurs de manier van taxeren bij ganzenschade te laten onderzoeken.” Jan Luijendijk, een van de taxateurs die BIJ12 inhuurt, bevestigt dit; “Hoewel ik denk dat we een prima methode hebben, kan het geen kwaad het nog eens kritisch tegen het licht te houden.”
Klankbordgroep
De focus van het onderzoek ligt op het bepalen van de beste mogelijkheden voor een taxateur om schade in het veld op een wetenschappelijk verantwoorde, maar ook praktische wijze vast te stellen. Twee onafhankelijke bureaus voeren het onderzoek uit. Een klankbordgroep met provincies, LTO, NVM, de ganzencollectieven, de taxatiebureaus, onafhankelijke experts maar ook BIJ12, begeleidt het onderzoek. Marjolein Samplonius, ganzencollectief Fryslân vindt dit een goed initiatief: “Een gedragen en correcte wijze van taxeren geeft vertrouwen en is dé basis voor een eerlijke tegemoetskomingsregeling”.
Bron: BIJ12