Hoe verser de mest, hoe hoger de rentabiliteit van mono-mestvergisters. “Zeker in de winter is de versheid van de mest een sterk doorslaggevende factor voor de rentabiliteit”, stelt specialist Harm Wientjes van DLV Advies. Daarnaast onderzoekt DLV Advies of mestvergisting in combinatie met het strippen mogelijkheden biedt om op de vergunning uit te breiden in dieraantallen.
Een kuub verse mest – niet ouder dan een dag – levert bij vergisting circa 30 kuub biogas op. Maar een kuub oude, waterige mest niet meer dan 20 kuub. Elke kuub biogas levert 6 kilowatt energie, waarvan 4 kW warmte en 2 kW stroom. Daarmee hou je dus van 20 kuub biogas 80 kilowatt warmte over en van 30 kuub biogas 120 kilowatt. Een deel van die warmte, 60 kilowatt, is weer nodig om een nieuwe kuub op te warmen.
Nuttig besteden
Daarmee houd je dus bij oude mest maar 20 kilowatt warmte over die je elders nuttig kunt besteden en bij verse maar liefst drie keer zo veel, rekent Harm voor. “Het moet voor vergisting worden opgewarmd tot circa 40 graden. Zeker in de winter hou je bij gebruik van oude mest nauwelijks restwarmte over”, stelt hij. Bij gebruik van verse mest kan warmte bijvoorbeeld worden benut voor het drogen. Of om door te leveren aan een buurman met varkens.
Het belang van verse mest
“We krijgen steeds duidelijker in beeld hoe groot het belang van verse mest is”, zegt Harm. Dat maakt ook dat het in bestaande stalsystemen, waarbij de mest vanonder de roosters wordt aangevoerd, niet meevalt om mestvergisting rendabel te krijgen. Nieuwbouw, met dichte vloeren en meerdere keren per dag mestafvoer naar de vergister, heeft duidelijk de voorkeur. “Bovendien kun je dan kelderloos bouwen; daarmee bespaar je ook flink op kosten.”
Uitbreiden in aantal dieren?
De restwarmte van de vergister kan ook worden ingezet in een stripper achter de vergister. Die haalt de ammoniakale stikstof uit de mest; waardoor veehouders meer kuubs vergiste mest kunnen afzetten op eigen land bij een lagere ammoniakemissie. De ammoniakaal gebonden stikstof mag in Nederland alleen nog in de pilot ‘Kunstmestvrije Achterhoek’ worden gebruikt als kunstmestvervanger. Bedrijven die zelf warmte hebben vanuit de vergister, kunnen die goedkoop inzetten in de stripper.
“Op dit moment zijn we ook aan het kijken of die lagere ammoniakuitstoot mogelijkheden biedt om op de vergunning uit te breiden in het aantal dieren”, vertelt Harm. “We zijn voor een aantal veehouders bezig om dit aan te vragen in de vergunningverlening.” Ook het eventueel verkopen van de ‘gewonnen’ ammoniak in de vorm van rechten wordt onder de loep genomen.
Wientjes is wel gecharmeerd van de techniek. “Stel dat we alle mest in Nederland zouden vergisten en strippen, dan los je daarmee in één klap de klimaatproblematiek en het stikstofprobleem op.”
Bron: DLV Advies