Beeld: Cees de Gooijer
Op het erf van veehouderijen blijven vaak onbedoeld resten achter van mest en veevoer. Bij een forse regenbui kunnen deze stoffen in de sloot spoelen, wat de waterkwaliteit verstoort. In januari tot april bekijken toezichthouders van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de erven van zo’n 480 veehouderijen in Noord-Holland om problemen in kaart te brengen en te verhelpen.
Deze jaarlijkse veehouderijcontroles zijn dit keer extra voorzichtig uitgevoerd om de verspreiding van het corona- en het vogelgriepvirus te voorkomen. Pluimveehouderijen zijn helemaal niet fysiek bezocht.
Maatregelen en mestvrije zone
De toezichthouders bekijken of veehouders voldoende maatregelen hebben getroffen om te voorkomen dat die resten in het oppervlaktewater belanden. Ook zien zij erop toe dat bij het uitrijden van mest de juiste mestvrije zone is gehanteerd. Als een bezoek aan het erf noodzakelijk is, dan bekijkt de toezichthouder samen met de veehouder onder andere hoe de lozing van het melkspoelwater en de opslag van mest en het veevoer is geregeld. Ook wordt het afvalwater van nevenactiviteiten zoals een kleine camping gecontroleerd.
Schoon oppervlaktewater
Schoon oppervlaktewater is van belang voor iedereen, ook voor de agrarische sector zelf. Vanuit het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) van het Rijk mogen veehouders geen perssappen afkomstig van veevoer, (drijf)mest of vervuild hemelwater lozen op het oppervlaktewater. Stoffen die vanuit mest en veevoer in het oppervlaktewater terechtkomen kunnen een forse groei van algen en waterplanten tot gevolg hebben. Dit gaat ten koste van vissen en planten in de sloot en belemmert de doorstroming.
Praktische tips en adviezen
De toezichthouders komen niet alleen om te controleren. Ze zijn er ook om ter plaatse praktische tips en adviezen te geven. Bijvoorbeeld over hoe de veevoederopslag goed af te dekken en hoe het erf het beste schoongehouden kan worden. Ook letten de toezichthouders er op dat bij het uitrijden van de mest de mestvrije zone gehanteerd wordt van 50 cm naast de insteek van het talud van het oppervlaktewater.
Bron: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Beeld: Cees de Gooijer