Als je het erf van de familie Van der Burg op rijdt springt de moderne ruime loods naast de ligboxenstal al snel in het oog. Naast werktuigenberging dient deze loods, die vorig jaar is gebouwd, als voerkeuken. Hier wordt meerdere malen per dag vers voer bereid voor de koeien. Sinds begin dit jaar hebben de veehouders het voeren uitbesteed aan de Vector voerrobot.
Lowie, zijn vrouw Erianne en hun zoon Bart (26) vormen samen Maatschap van der Burg-Versteeg in het Groningse Steendam. Hier houden zij 115 hoogproductieve melkkoeien. Twee jaar geleden zijn de veehouders overgestapt op drie keer daags melken. “Dit bevalt ons goed,” geven de veehouders aan, die zien dat hierdoor de koeien de melkgift beter vasthouden. “Tegelijkertijd zorgt het er wel voor dat het werk op het bedrijf toeneemt. Vier keer per week hebben we een melker”, vertelt Bart die samen met zijn vader het melken verzorgt.
Vaker melken vraagt ook om vaker voeren zien de veehouders. “Dit deden we eerder met de blokkenwagen,” geeft Lowie aan. “Maar met de overstap naar drie keer daags melken konden we met het voeren op deze wijze niet meer volstaan.” Dit moest anders besloten ze.
Werktuigenberging en voerkeuken in één
Naast een nieuw voersysteem hadden de gedreven veehouders ook plannen om een nieuwe schuur te bouwen. “Onze werktuigenberging werd te klein. Daarnaast wilden we graag het voer droog en uit de zon op voorraad kunnen zetten. Dit zetten we voorheen ’s winters ook klaar voor een dag of tien”, vertelt Lowie over het werken met de blokkenwagen. Toen zeiden de veehouders tegen elkaar; “Als we een nieuwe schuur bouwen waar het voer droog kan staan, dan is het een kleine moeite voor de Vector om het voer op te pakken en naar de koeien te brengen.” En zo werd het geheel gerealiseerd.
In het jaar voordat ze de overstap maakten naar automatisch voeren heeft Van der Burg nog een jaar met een voermengwagen gewerkt. “Dit beviel prima; alleen hiermee heb je wel het werk van het voeren en niet de mogelijkheid om kleine porties voor de droge koeien te maken. Het Vector voersysteem is autonoom en flexibel. Hiermee kunnen we zo optimaal mogelijk voeren en hebben we de mogelijkheid om de droge koeien een aangepast rantsoen aan te bieden. Het is een investering, maar het is het waard om zo gemengd te kunnen voeren met diverse producten”, stelt Lowie. Erianne voegt toe: “Bovendien besparen we op de arbeidsbezetting en zijn we een stuk flexibeler qua arbeid.”
Korte lijnen
De nieuwe schuur met aan de rechterkant de voerkeuken en aan de linkerkant de werktuigenberging is ruim opgezet en heeft een centrale plaats op het erf. Hierdoor heeft de Vector vanaf zijn standplaats korte lijnen naar de melkveestal. “Om de route zo efficiënt mogelijk in te richten hebben we aan de zijkant van de stal een doorgang gemaakt voor de Vector. Via een overheaddeur die de voerrobot zelf opent rijdt hij de stal in”, laten de veehouders zien. De Vector heeft zijn eigen route naar de ligboxenstal, waardoor hij minder kruist met onder andere de melkauto en de mixerputten.
De veehouders hebben zelf een plan gemaakt voor de werktuigenberging en de voerkeuken. “In samenspraak met het Lely Center en het bouwbedrijf hebben we het definitieve ontwerp gemaakt en gerealiseerd”, leggen ze uit. De voerkeuken is verdeeld in 55 vakken met daarin een sleufsilo voor bijproducten als bierbostel. Door de ruime voorzijde, voorzien van een ventilatiegordijn, én de kuilplaten en sleufsilo’s nabij kunnen ze de voerkeuken snel en eenvoudig vullen.
Momenteel voert de Vector alleen in de ligboxenstal uit 2004, waar de melkkoeien en droge koeien zijn gehuisvest. Het jongvee en de close-up groep op stro zitten in de voormalige ligboxenstal uit 1982. “Binnenkort willen we hier ook automatisch gaan voeren,” geeft Lowie aan. “We zijn nog aan het kijken hoe we dit het beste kunnen realiseren. Hiervoor moeten we nog enige aanpassingen doen aan het erf wat betreft drempels en afschot en het eventueel maken van een extra doorgang voor de Vector.
Eenvoudig aanpassen en beter sturen
De voerrobot is het eerste automatische systeem op het melkveebedrijf en dit was even wennen. “Het dagelijkse werk wordt overgenomen door de voerrobot, hier moet je op vertrouwen”, geeft Lowie aan “Daarnaast moet je met het systeem leren werken.” Hier kunnen ze inmiddels goed mee overweg. Bart: “Met de software kunnen we het rantsoen eenvoudig aanpassen en bijsturen waar nodig. We zijn nu vooral aan het finetunen om het voeren verder te optimaliseren.”
Het rantsoen voor het melkvee bestaat uit: lasagnekuil (50%), maïs (50%), bierbostel, maïsmeel en pulp, soja, lijnzaad en mineralen. “De Vector maakt hier een mooi goed gemengd rantsoen van”, concludeert Lowie. Door de verbeterde voeropname zien de veehouders een positief effect op de koegezondheid, wat een belangrijk speerpunt van het bedrijf is. “Het uitgebalanceerde rantsoen is belangrijk voor de klauwgezondheid. Ook doen een aantal koeien, die eerder te dun op de mest waren, het nu een stuk beter”, analyseert Erianne het resultaat. “Bovendien is de activiteit in de stal hoger door het constante aanbod van vers voer.”
In de weideperiode gaan de koeien twee keer per dag naar buiten. Doorgaans in de ochtend rond negen uur. “De koeien zijn altijd min of meer gevuld wanneer ze het land in gaan”, vertelt Bart. Wanneer de koeien rond half twee weer naar binnen gaan worden ze gemolken, waarna er een vers portie gemengd voer voor het voerhek ligt. Dit zorgt voor rust in de stal”, stelt de jonge veehouder. Vervolgens weiden ze nog van vijf tot half tien “Ook als het grasaanbod minder is hebben we hier geen werk van: de Vector scant de voerhoogte aan het voerhek en weet daardoor precies waar en wanneer voer nodig is.”
Energietransitie
Lowie: “Met het automatiseren van het voeren zijn we van diesel over gegaan op elektrisch. Hiermee zijn de uren én de belasting van de trekkers verminderd, waardoor ze langer meegaan. Nu gaat het proces elektrisch en verbruikt het stroom die we zelf opwekken met onze zonnepanelen.” De afgelopen jaren hebben de veehouders stappen gemaakt in de energietransitie door het zelf opwekken van duurzame energie. De stroom van de panelen op de jongveestal is voor eigen gebruik en de zonnepanelen op de ligboxenstal en nieuwe loods zijn aangelegd via een SDE-regeling.
Of er plannen zijn om verder te automatiseren? “Onze melkstal kan nog wel wat jaren mee, maar wie weet in de toekomst. Dit laten we over aan de volgende generatie”, besluit Lowie.
Bedrijfsgegevens
In het Groningse Steendam runnen Lowie en zijn vrouw Erianne samen met zoon Bart (26) een melkveebedrijf met 115 koeien en 40 stuks jongvee. Hier hebben zij 52 ha grasland, waarvan 36 ha huiskavel, en 13 ha maïs op afstand. Het rollend jaargemiddelde is 12.331 kg per koe per jaar met 4,12% vet en 3,51% eiwit, bij een gemiddelde leeftijd van 5 jaar en 8 maanden.