“De sector heeft lang gewacht op een vervolg in de herbezinning van het mestbeleid. Onze inzet is: van mestbeleid naar bodembeheer. Een systeemverandering met eigen verantwoordelijkheid in plaats van regels op regels op regels. Dat komt in de vandaag gepresenteerde contouren helaas niet terug. Net als bij veel andere oplossingen die we als sector hebben aangedragen; er is wederom niet geluisterd,” aldus Claude van Dongen, portefeuillehouder Bodem en Water bij LTO Nederland.
Drie pijlers contouren LNV
De contouren die het ministerie vandaag heeft gepresenteerd bestaan uit drie pijlers: grondgebondenheid voor de melkveehouderij en rundvleesveehouderij; afvoer van álle mest naar mestverwerkers voor intensieve bedrijven (met name varkens, pluimvee en vleeskalveren); en een gebiedsgerichte aanpak om waterkwaliteitsdoelen te behalen.
Vooropgesteld mist LTO Nederland de erkenning voor de diversiteit in de sector. Met deze Kamerbrief wordt ondernemers geen handelingsperspectief geboden om aan verschillende doelen te werken. Bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en biodiversiteit, en dat binnen de noodzaak van de continuïteit van de bedrijfsvoering.
Bodembeheer
LTO Nederland mist het aspect ‘bodembeheer’ in de Kamerbrief. Het oude adagium ‘mestbeleid’ blijft helaas overeind. Ook mist er concreetheid ten aanzien van het verminderen van ge- en verboden. Dit mestbeleid betekent dan ook in dat het mestgebruik sterke beperkingen opgelegd worden. De minister zet sterk in op mestbewerking, terwijl in de praktijk het gebruik van onbewerkte mest in een aantal gevallen van grote waarde is. Ook is met dit voorstel het gebruik van eigen mest op eigen grond in sommige gevallen niet meer mogelijk. Daar is LTO Nederland op tegen.
Volgens LTO Nederland wordt met deze Kamerbrief gekozen voor een structuurbeleid. Hiermee wordt de suggestie gewekt dat we via deze algemene aanpak de waterdoelen gaan behalen. Volgens LTO Nederland is dit niet de oplossing. De oplossing moet worden gezocht in het realiseren van concrete doelen voor ondernemers, en daarmee het perspectief in het handelen van de ondernemer. Ondernemers moeten zelf inzicht krijgen in de relatie tussen de bedrijfsvoering en de doelen, om zo in de eigen bedrijfsvoering aan deze doelen te werken. Hiermee wordt het vakmanschap in de sector benut voor het creëren van draagvlak voor de te nemen stappen.
Betrokkenheid LTO
In gesprek met onze leden hebben we in april 2019 onze route voor de herbezinning van mestbeleid naar agrarisch bodembeheer voor boer, klimaat en biodiversiteit uitgewerkt. In dit plan pleiten we ervoor om bodembeheer centraal te stellen, en roepen we op tot het realiseren van een systeemverandering: een 2-sporen-benadering waarbij ondernemers op bedrijfsniveau een keuze maken tussen een generieke (forfaitaire) óf een specifieke (maatwerk) benadering. Deze fundamentele systeemveranderingen zijn niet overgenomen. Maatwerk, verantwoordelijkheid en afrekenen per bedrijf worden dus niet geïntroduceerd.
Het ministerie van LNV heeft eerder aangekondigd dat de sector nauw betrokken zou zijn bij de herbezinning van het mestbeleid. Helaas moet geconstateerd worden dat, hoewel LTO Nederland herhaaldelijk oplossingen heeft aangedragen, het niet tot een dialoog is gekomen. De vandaag gepresenteerde contouren sluiten ook nog niet aan bij de inzet van de sector. In plaats daarvan worden vooral nieuwe bureaucratische ingrepen op het erf gepresenteerd.
Vervolg
Eerder aangekondigde Kamerbrieven over dit onderwerp zijn meermaals uitgesteld en overleggen in de Tweede Kamer zijn al een aantal keren op het laatste moment geannuleerd. Ook was afgesproken dat er direct na het zomerreces een rondetafelgesprek werd ingepland, maar dit is nog niet gebeurd. Tot zorg van LTO Nederland. Boeren en tuinders hebben lang gewacht op deze contouren.
LTO Nederland bespreekt de inbreng vanuit de sector regelmatig met Kamerleden. In de aanloop naar het debat over deze brief gaan we dat gesprek weer aan.
Bron: LTO Nederland