Een recente publicatie van Theun Vellinga en Marion de Vries (2018) van Wageningen Livestock Research laat duidelijk de relatie zien tussen de emissie van broeikasgassen, als gevolg van de productie van melk en de productie van rundvlees/kalfsvlees.
Productie van melk én vlees
De auteurs concluderen dat strategieën gericht op reductie van broeikasgassen in de melkveeveehouderij, zoals verhoging van de melkproductie per koe, minder effectief zijn dan vaak wordt gedacht wanneer de productie van melk en vlees in samenhang wordt bekeken.
Dubbeldoelrassen zijn van waarde
De Nederlandse dubbeldoel rundveerassen, zoals MRIJ (Maas Rijn IJssel) of de Groninger Blaarkop, zijn in de afgelopen decennia grotendeels vervangen door het gespecialiseerde melkras Holstein Friesian. Het onderzoek laat echter zien dat dergelijke dubbeldoelrassen nog steeds van waarde zijn, wanneer integraal wordt gekeken naar de milieu-effecten van de productie van melk, rundvlees én kalfsvlees (Vellinga en de Vries, 2018; Zehetmeier et al., 2012). De reden is dat gespecialiseerde rundvleesproductiesystemen (zoogkoeien) hoge emissies van broeikasgassen per kilogram vlees laten zien, vergeleken met de productie van rundvlees vanuit de melkveehouderij.
Naar het totale bedrijfssysteem kijken
Wanneer we rekening houden met de grote milieu-impact van gespecialiseerde rundvleesproductiesystemen (zie hiervoor o.a. ook Baltussen et al. 2017), zou er meer interesse moeten zijn om de Nederlandse dubbeldoel rundveerassen te blijven gebruiken in de melkveehouderij. Melkveehouders weten dat een hoge melkproductie per koe niet hetzelfde is als een hoog netto inkomen per koe of per bedrijf. Het onderzoek van Vellinga en de Vries laat duidelijk zien dat de economische en milieu-efficiëntie nadrukkelijker binnen het totale bedrijfssysteem moet worden bekeken.