In hoeverre wordt er in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen aandacht besteed aan het groen in de gemeente? Wageningen Environmental Research onderzocht dat in 2006, 2010 en 2014, en nu opnieuw voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.
“Na een teruggang in de aandacht voor groen in 2014, toen 79% van de partijen groen in hun programma hadden staan, is de score dit jaar met 86% beduidend hoger dan in alle afgelopen jaren,” zegt onderzoeker Peter Visschedijk.
Visschedijk heeft de partijprogramma’s geïnventariseerd van de politieke partijen die meedoen in de gemeenten Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Heerlen, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Utrecht en Zaanstad. Van bijna alle landelijke partijen was op 1 maart het partijprogramma beschikbaar. Bij de lokale partijen was dit iets minder. In totaal doen in de onderzochte steden 265 lijsten mee aan de verkiezingen. Daarvan konden 206 partijprogramma’s worden geanalyseerd.
Groen in elk programma
'In bijna alle gevallen hebben de landelijke partijen groen op een of andere manier in hun programma opgenomen,' zegt Visschedijk. 'Vooral D66 en GroenLinks scoren hoog. Bij lokale partijen is het verschil erg groot. Vooral partijen die al in de raad zitten noemen het, nieuwe lokale groeperingen doen dat in vergelijking minder. Van die laatste groep heeft overigens een aanzienlijk deel nog steeds geen programma.'
In negen steden is nu meer aandacht voor groen in de programma’s dan in 2014, in drie is het gelijk gebleven en in vijf steden is het verminderd. In Amersfoort, Arnhem en Heerlen hebben alle partijen met een programma groen erin opgenomen. De grootste stijging is te zien in Arnhem en Heerlen. Hier waren stijgingen van 70% naar 100% en in Maastricht van 55% naar 82% van de partijprogramma’s. De grootste daling ten opzichte van 2014 is te zien in Deventer van 83% naar 63% partijprogramma’s met groen.
Positieve effecten groen
In veel programma’s worden de positieve effecten van groen op bijvoorbeeld de leefkwaliteit in het algemeen genoemd, maar het valt Visschedijk op dat groen nu veel vaker in concrete plannen van de partijen voorkomt dan in 2014.
'Van alle vermeldingen was circa 20% algemeen en de rest was echt op concrete voorstellen of ideeën gericht. Dit was een groot verschil met 2014 toen nog ruim meer dan de helft van de vermeldingen slechts algemeen van aard was,' vertelt Visschedijk. 'Concrete maatregelen zijn bijvoorbeeld het stimuleren van groene daken en gevels en het stimuleren van burgerinitiatieven met betrekking tot groen en zelfbeheer. Een opvallende nieuwkomer is het noemen van Operatie Steenbreek, het vervangen van verhardingen door groen.'
Groen beleid
In het algemeen viel het Visschedijk op dat bij de Partij voor de Dieren en DENK de lokale programma’s nauwelijks van elkaar verschillen. Ook bij GroenLinks was dit – weliswaar in mindere mate – het geval. 'Vaak worden hier vrijwel letterlijk dezelfde teksten gebruikt, alsof er een centraal voorgeschreven format was. Bij andere partijen was hiervan geen sprake.'
Groene verkiezingsprogramma’s zijn geen garantie voor groen beleid. 'Pas na de coalitievorming kunnen we zien wat er echt terecht komt van alle mooie programma’s,' zegt Visschedijk. 'Welke idealen worden waargemaakt en welke budgetten worden er voor beschikbaar gesteld? Maar afgaande op de verkiezingspropaganda zullen de Nederlandse steden naar alle waarschijnlijkheid een stuk groener worden.'
Of, zoals dagblad De Gelderlander kopte na een verkiezingsdebat over groen en natuur in Wageningen, waar alle partijen mooie verhalen hielden: 'Echt waar: Wageningen wordt nóg groener.'