In Oostenrijk is de minister van Duurzaamheid en Toerisme onder meer bevoegd voor landbouw. Dat zegt al veel. De Oostenrijkse landbouw is multifunctioneel en kleinschalig. Het Europese plattelandsbeleid is niet toevallig door de Oostenrijkse Eurocommissaris Franz Fischler ingevoerd.
De Oostenrijkers vinden zich landbouwpioniers omdat ze GGO-vrij produceren en nummer één zijn in bio-landbouw en verkoop op de hoeve. Toch is Oostenrijk voor 92,5 procent zelfvoorzienend. Daarmee scoort het land beter dan Zwitserland (56 procent). Maar de Oostenrijkse landbouw is met 72 procent wel de hoogst gesubsidieerde in de EU. De melkveehouderij is goed voor 18 procent van de productiewaarde van de Oostenrijkse landbouw en ze is voor 166 procent zelfvoorzienend.
Vrucht van tweede GLB-pijler
Oostenrijk huisvest 543.000 melkkoeien op 30.272 bedrijven; gemiddeld 20 koeien per bedrijf. De gemiddelde melkproductie cijfers zijn: 120 ton melk per bedrijf en 6.865 liter per koe. Runderen spelen een onmisbare rol in het onderhoud van het grasland, vooral in de Alpen. De meeste koeien zijn dubbeldoelkoeien; 80 procent is Simmental. De nationale rundveestapel levert 3,31 miljard kg melk. Maar er wordt meer melk geproduceerd want ruim 11 procent van de geproduceerde melk wordt op de boerderij verwerkt en verkocht. Het melkveevoeder is 100 procent GGO-vrij. 78 procent van de melk komt van berggebied en geografi sch benadeelde gebieden. 16,5 procent is biomelk en 15 procent gecertifi ceerd hooimelk (van koeien die tijdens de winter in de stal enkel met hooi gevoerd worden). Begrijpelijkerwijs kan de sector zonder subsidies niet overleven. Die komen vooral van de tweede GLB-pijler. Dat de melkveehouderij sinds de toetreding tot de EU en vooral sinds de invoering van het Europees plattelandsbeleid met sprongen is vooruitgegaan, hoeft dan ook niet te verwonderen.
Verwerking en handel
Ook de Oostenrijkse zuivelindustrie is relatief kleinschalig: 86 zuivelbedrijven verwerken de opgehaalde melk in 109 verwerkingseenheden. Het gaat grotendeels om coöperaties en ook enkele private bedrijven. Zij zijn verenigd in de sectororganisatie VÖM (Vereinigung Österreichischer Milchverarbeiter), die ruim 90 procent van de opgehaalde melk vertegenwoordigt en een omzet van 2,25 miljard euro genereert. Daarmee is de zuivelsector één van de belangrijkste pijlers van de Oostenrijkse voedingsindustrie. De melk wordt vooral verwerkt tot 1,1 miljard liter drinkmelk, 200.737 ton kaas en 36.659 ton boter. Berglandmilch is marktleider met 18 procent in drinkmelk, maar het is ook marktleider in kaas.
Danone is met 17 procent marktleider in yoghurt, op de voet gevolgd door het lokale Nöm AG. De productiewaarde van de Oostenrijkse zuivelsector bedraagt 1,64 miljard euro of 18 procent van de Oostenrijkse landbouwproductiewaarde. Zoals gesteld is Oostenrijk voor 166 procent zelfvoorzienend voor melk. De zelfvoorzieningsgraad voor kaas is 96 procent en voor boter 71 procent. De Oostenrijkers zelf verbruiken 76,6 kg drinkmelk per capita, 5,3 kg boter en 23 kg kaas. Er wordt voor 1,225 miljard euro aan zuivelproducten (plus eieren en honing) uitgevoerd en voor 879 miljoen euro ingevoerd. Oostenrijk exporteert vooral naar Duitsland, Italië en de VS.
Eis Greissler
Melkveebedrijf bezocht in Krumbach (Niederösterreich) een typisch Oostenrijks bedrijf. Of was het eerder een toeristisch roomijsfabriekje? Georg en Andrea Blochberger startten in 2001 een bioboerderij op 650 m hoogte. Zij verkochten melk…