In Amerika werken al honderden bedrijven met het CoPulsation systeem, in Nederland is het met enkele tientallen systemen nog relatief onbekend. Daar wil Ferdinand Veenstra van Dairy Solutions verandering in brengen.
De huidige melktechniek is niet in staat om optimaal te melken, zo stelt Veenstra. Mastitis is en blijft een probleem in meer of mindere mate, en een duidelijk aanwijsbare oorzaak wordt eigenlijk nooit gevonden. Met een ogenschijnlijk eenvoudige pulsator kan daar verandering in gebracht worden. “Veel mensen kunnen niet geloven dat de oplossing zo eenvoudig kan zijn. Veelal worden ‘excuses’ binnen het bedrijf aangedragen, zoals voeding, fokkerij en hygiëne”, aldus Veenstra. De industrie richt zich volgens Veenstra vooral op symptoombestrijding.
CoPulsation is een uitvinding van de Amerikaan Bill Gehm. Hij stelt dat de huidige techniek niet in staat is de tepelvoeringen goed te sluiten. Daardoor worden de spenen tijdens de rustfase afgeknepen. Het knijpen en het voortdurende vacuüm onder de speen veroorzaakt uiteindelijk littekenweefsel , wat de kans op mastitis laat toenemen. Het knijpen op de speenpunt masseert letterlijk de bacteriën in de speen omhoog, de uier in.
De basis van het CoPulsation systeem is het pulsatie design. De pulsator heeft twee onafhankelijke spoelen voor het regelen van afwisselend buitenlucht en vacuüm naar de melkbeker. De ene spoel regelt de aanvoer van verse lucht, de andere regelt de vacuüm-inlaat. De klep van de ene spoel moet volledig gesloten zijn, voordat de klep van de andere spoel geopend kan worden. Dit voorkomt het mengen van buitenlucht met vacuüm. CoPulsation maakt 45 slagen per minuut, waar een normaal systeem 60 slagen per minuut maakt. Hierdoor is per slag meer tijd voor zowel zuig- als rustslag.
De lucht kan 2 à 3 keer sneller verplaatst worden dan met een regulier systeem. Hierdoor gaat de voering gedurende de rustfase anders dicht. Hij vouwt zich als het ware masserend over de gehele lengte van de speen samen, waardoor de speenpunt wordt afgeschermd van het vacuüm. Bij een conventioneel systeem knijpt de voering alleen op de speenpunt, waardoor een deel van het vacuüm het speenkanaal bereikt.
“CoPulsation geeft de speen rust, het neemt de druk weg van de speenpunt waardoor de speenpunt gezond blijft, er beter uitgemolken kan worden en de kans op mastitis afneemt”, aldus Dairy Solutions.
CoPulsation kan op elk melkwinsysteem worden gemonteerd. Momenteel zijn er enkele actief op een melkrobot, de meeste nog in de gewone melkstal. Naast het terugdringen van mastitis levert CoPulsation ook kostenbesparing en tijdwinst op. Er zijn minder koeien met een hoge attentiewaarde en er hoeft minder medicatie gebruikt te worden.
Het systeem bestaat uit een regelkast, de pulsator en speciale tepelvoeringen. Installatie kan, afhankelijk van het melkwinsysteem, binnen een dag geïnstalleerd zijn. Het beïnvloed de verdere werking van het bestaande melkwinsysteem niet, het reguleert alleen de luchtstromen.
De regelkast
De pulsators
Gebruiker Jan Philipsen uit het Limburgse Meijel gebruikt sinds september 2013 CoPulsation. “Ik molk met tegenzin, tot ik CoPulsation in gebruik nam. Nu melk ik met veel plezier”, aldus Philipsen.
Philipsen melkt ca. 150 koeien in een 2 x 12 zij aan zij opstelling. Hij had behoorlijk last van mastitis op zijn bedrijf en heeft daardoor ook veel koeien moeten ruimen. In de loop van 2012 ontstonden steeds meer problemen, aldus Philipsen, en werd het tijd om de fabrikant, de dealer en de gezondheidsdienst erbij te halen. Er werd gekeken naar de klauwen, de tepelvoeringen, maar geen enkele aangedragen opties leidden tot een structurele verbetering. Bij de 130 koeien die op dat moment gemolken werden, mat de gezondheidsdienst een serieus probleem bij 100 koeien. Dit varieerde van ernstige speenschade tot zelfs onherstelbare schade aan spenen. Uiteindelijk is Jan Philipsen via zijn voerleverancier bij het CoPulsation systeem terecht gekomen.
“CoPulsation is een totaal andere manier van denken”, stelt Philipsen vast. Hij heeft zich grondig laten informeren over het hele systeem, voordat hij tot een besluit kwam. Wat hem vooral over de streep trok, was dat CoPulsation het aandurft om op bedrijven te komen die flink in de problemen zitten.
Er hoefden niet veel aanpassingen gedaan worden. Slechts het omleggen en aansluiten van een aantal leidingen en het monteren van de pulsators en de regelkast was nodig, en dat kostte niet veel tijd. Tevens worden andere melkbekers en tepelvoeringen gebruikt. Bij een aantal koeien zijn de andere tepelvoeringen wat lastiger te gebruiken, merkt Philipsen op als kleine kanttekening. Er zijn een paar koeien met wat afwijkende spenen, dat vergt een beetje meer aandacht maar vormt zeker geen significant probleem.
Gezonde spenen
De dealer werkte gelukkig volledig mee, en vanaf september 2013 werkt Philipsen met CoPulsation. Eigenlijk merkt hij al vanaf dag één verbetering. De spenen genazen mooi, ze geven goed melk en kunnen weer volledig uitgemolken worden. Hij melkt 10-20% sneller dan voorheen, heeft veel minder koeien die specifieke aandacht vereisen. Het gebruik van hulpmiddelen zoals oxytocine neemt af. Maar het grootste winstpunt is toch wel het terugdringen van het aantal mastitisgevallen naar minder dan 10%.
Philipsen wil niet meer zonder CoPulsation. Het plezier in het werk is weer terug en hij heeft gezonde koeien.
Tekst en foto’s: Denise Gielen