Sinds een jaar publiceert de Nederlandse Veeverbeterings Organisatie (NVO) aanhoudingscijfers die op volgorde zijn gezet door middel van een aanhoudingsgetal. Dit geeft een pure weergave van hoe tevreden de boeren zijn met de dochters van een stier, waarbij alle redenen voor aanhouden of afvoeren van invloed zijn.
Om een betrouwbaar beeld te kunnen schetsen dienen er minstens 100 dochters in een bepaalde jaargang te zitten. Inmiddels doen al 10 KI organisaties mee aan dit initiatief.
Meteen al na de eerste publicatie zijn er veel positieve reacties binnengekomen van veehouders die zich goed konden herkennen in de volgorde van de lijst. Het kwam overeen met wat zij in hun stal zagen met de dochters van de verschillende stieren. Logisch zou je zeggen, het zijn immers de werkelijke cijfers die hier getoond worden.
Deze transparante manier van presenteren van een fokkerijgetal stuitte echter ook op kritiek. Bij het berekenen van fokwaarden is het namelijk gangbaar dat er gecorrigeerd wordt voor een breed scala aan factoren en wordt afstammingsinformatie zwaar ingewogen.
Dit helpt bij het maken van een vroege inschatting van de vererving van een stier, maar dat kan ook leiden tot een ongewenste vertekening zoals regelmatig bij de fokwaarde levensduur is voorgekomen.
De aanhoudingscijfers bieden veehouders een realistisch beeld hoeveel langer dochters van bepaalde stieren echt blijven lopen en daarmee dus langer productief zijn.
Nu drie lijsten verder is de NVO tevreden over hoe dit in de praktijk uitpakt. De publicaties geven een stabiel beeld, ook bij toename van aantal dieren en leeftijd. Er zijn stieren die wel eens 1 of 2 punten stijgen of zakken, maar 3 en 4 punten komt zelden voor. Bovendien is het vaker stijgen dan zakken en dat komt door de voorzichtige inweging van de eerste jaren.
Worden de koeien ook daadwerkelijk ouder als je de stieren boven uit de lijst gebruikt?
Uit de berekeningen van NVO blijkt dat de dochters van stieren boven de 110 aanhoudingscijfer, een jaar ouder worden dan van een stier met 100. En 2 jaar ouder dan van een stier met 90 aanhoudingscijfer. Als je dus consequent de hoogste stieren zou gebruiken, komt de LTO doelstelling van 2 jaar langere levensduur toch in zicht. Het zal betekenen dat er minder jongvee aangehouden hoeft te worden en dus meer met een Belgische blauwe stier geïnsemineerd kan worden.
Economisch zeer interessant als er dus van het beschikbare ruwvoer meer melk geproduceerd kan worden.
Voor veehouders die interessante stieren in deze lijst missen, beveelt de NVO aan om de betreffende KI organisatie aan te sporen ook mee te gaan doen.
Klik hier voor de Aanhouding april 2015 NVO
foto: Jonas Ingold
Meer informatie
NVO
W.: www.nvo-veeverbetering.nl