De afgelopen tijd zijn er in rap tempo nieuwe regels aangekondigd om de mestproductie in de melkveehouderijsector te beperken. Eén van deze nieuwe regels heeft betrekking op de “Grondgebondheid” van bedrijven. Maar wat betekent dit voor uw bedrijf? Vanaf 1 januari 2016 gaat, naast de reeds bestaande mestverwerking, deze nieuwe regel in.
De basis van dit systeem ligt in 2014. Hoeveel fosfaat produceerde u toen met uw melkveestapel. Het betreft hier de melkkoeien, (fok)kalveren en jongvee ouder dan één jaar.
Daarnaast wordt gekeken naar de hoeveelheid fosfaat die op het bedrijf geplaatst kon worden in 2014. Hierbij is het totale areaal grond dat in 2014 in gebruik was van belang, dus ook welke gewassen er geteeld werde en wat de fosfaattoestand per perceel was. In combinatie met de ruimte op percelen natuurgrond was dit de totale plaatsingsruimte voor fosfaat.
De bedoeling van de nieuwe wet voor Grondgebondenheid is dat elke vorm van uitbreiding in een bepaalde mate gecompenseerd moet worden met extra plaatsingsruimte: extra grond dus.
Maar wat wordt er dan onder uitbreiding verstaan? Dat kan in heel veel verschillende situaties tot stand komen, namelijk:
- Meer dieren en/of een hogere (melk)productie per dier
- Lagere plaatsingsruimte op grond door toepassen van andere teelten, zoals meer bouwland in plaats van gras.
- Lagere plaatsingsruimte bij hetzelfde areaal en zelfde teelt wanneer de fosfaat toestand per perceel stijgt. Ofwel, de totale plaatsingsruimte op de grond daalt.
- Afname van areaal grond door wegvallen van percelen die in gebruik waren, bijvoorbeeld huurland met een kortstondige gebruiksovereenkomst (pacht of mondeling).
- Combinatie van bovengenoemde situaties.
Op moment dat het fosfaatoverschot op uw bedrijf groter wordt dan het overschot in 2014 wordt u als “groeier” aangemerkt.
Heeft u dan nog steeds te maken met een toename van het overschot, dan moet er rekening gehouden worden met de regels en beperkingen van de grondgebondenheid. In welke mate, dat hangt af van het fosfaatoverschot per hectare:
Tot 20 kg overschot per hectare: in principe geen extra grond nodig, wel 100% mestverwerkingsplicht van toename.
20 tot 50 kg overschot per hectare: 25 % van extra overschot moet ingevuld worden met grond, 75% van extra overschot dient verwerkt te worden.
Meer dan 50 kg overschot per hectare: 50 % van extra overschot moet ingevuld worden met grond, 50% van extra overschot dient verwerkt te worden.
Het kan dus voorkomen dat bedrijven met een fosfaatoverschot kleiner dan 20 kg per hectare grond wel extra grond dienen te verwerven in 2016 terwijl de veestapel niet groeit. Dit doet zich vooral voor op bedrijven die grond (definitief) kwijt zijn geraakt in 2015 of meer bouwland in het areaal opgenomen hebben waardoor er minder fosfaat geplaatst kan worden in 2015 en later.
Wel moeten we hierbij vermelden dat dit gebaseerd is op de informatie die er op dit moment via de voorgenomen AmvB bekend is. Er kan dus nog enige wijziging optreden.Geconcludeerd kan worden dat het best een complexe materie is die uiterlijk op 15 mei 2016 geregeld moet hebben, in welke mate ook, om vee te kunnen en mogen houden.Hoe dit er voor uw bedrijf uit ziet kan dus enorm variëren. Maar zeker is dat als u minder grond in 2016 in gebruik heeft dan in 2014 (en er is een fosfaatoverschot) bijna altijd dieren weg moeten.
Wilt u voor 2016 goed voorbereid zijn, laat uw situatie dan in beeld brengen zodat u weet waar u aan toe bent of nog moet regelen.
Meer informatie
PPP Agro Advies
Lepelblad 7
1452 VN Ilpendam
E.: info@ppp-agro.nl
W.: www.ppp-agro.nl