Het onderzoek ‘Weerbaar Vee’ toont aan dat de weerbaarheid van rundvee te beïnvloeden is door management en door fokkerij. Het optimaliseren van het management rond de droogstand leidt tot minder opstartproblemen en heeft invloed op de hoeveelheid natuurlijke afweerstoffen in de koe. Veehouders kunnen deze kennis direct toepassen in de praktijk. Het onderzoeksproject ‘Weerbaar Vee’ is uitgevoerd door GD, Wageningen University en CRV en is mede gefinancierd door LTO Noord, ZuivelNL en het Ministerie van Economische Zaken.
Gezondheidsproblemen zijn verantwoordelijk voor hoge kosten in de melkveehouderij en hebben invloed op de levensduur van koeien. De afgelopen vijf jaar is op 29 melkveebedrijven de diergezondheid nauwgezet gevolgd. Het onderzoek richtte zich op de vraag of het mogelijk is om de weerbaarheid van melkvee tegen ziekten te meten én te verbeteren. Hierbij zijn natuurlijke afweerstoffen in de melk gemeten, die belangrijk zijn bij het herkennen en onschadelijk maken van ziekteverwekkers.
Natuurlijke afweerstoffen
Dieren met grotere hoeveelheden natuurlijke afweerstoffen bleken in het onderzoek een grotere kans te hebben op het krijgen van opstartproblemen zoals: (slepende) melkziekte, baarmoederontsteking, aan de nageboorte staan of witvuilen. Daarnaast bleken deze dieren ook een grotere kans te hebben op het ontwikkelen van wittelijn-aandoeningen. Door de gemeten hoeveelheid natuurlijke afweerstoffen te combineren met andere gegevens van de dieren, zoals pariteit en celgetal, was het mogelijk om risicodieren te identificeren. Deze risicodieren ontwikkelden meer dan twee keer zo vaak een opstartprobleem na de droogstand en hadden drie keer zo vaak een wittelijn-aandoening.
Management en erfelijke aanleg
Met het verband tussen natuurlijke afweerstoffen en het optreden van ziekten rijst de vraag of het mogelijk is om deze afweerstoffen te beïnvloeden. Om die reden is gekeken naar het management en naar de genetische aanleg van de dieren.
Het management blijkt van invloed op het voorkomen van dierziekten en op de hoeveelheid gevonden afweerstoffen. Op de 29 deelnemende bedrijven, met gemiddeld meer dan 100 koeien, werd onder begeleiding van een GD-dierenarts het management geoptimaliseerd, waarbij er vooral veel aandacht was voor de droogstandsperiode. De managementveranderingen leidden tot een reductie van opstartproblemen en tot een afname van de hoeveelheid natuurlijke afweerstoffen.
In het onderzoek bleek dat er tussen dieren veel verschil was in de hoeveelheid natuurlijke afweerstoffen. In dit project waren er duidelijke aanwijzingen dat de hoeveelheid natuurlijke afweerstoffen in de eerste lactatie gerelateerd is aan de levensduur van een koe. Daarnaast waren de erfelijkheidsgraden voor dit kenmerk met 20 tot 25% behoorlijk hoog, wat betekent dat selectie op dit kenmerk binnen de fokkerij mogelijk is. Verder onderzoek op dit gebied is echter nog nodig.
Praktijktoepassing
In dit onderzoek zijn duidelijke stappen voorwaarts gemaakt in de kennisontwikkeling met betrekking tot de weerbaarheid van melkvee. Bovendien zijn, naast de natuurlijke afweerstoffen, ook andere potentiële biomarkers voor weerbaarheid van koeien gevonden. Desondanks blijft het eenduidig meten van weerbaarheid een uitdaging en zijn de testen op dit moment nog niet geschikt
voor routinematig gebruik in de praktijk. De verwachting is echter dat dit in de toekomst zeker gaat komen. Optimalisatie van het management is uiteraard nu al mogelijk. Het doel is om dat in de
toekomst gerichter te doen, als meer informatie over risicodieren ter beschikking komt.
Meer informatie over Weerbaar Vee, de presentaties van het Symposium op 16 september en achtergrondinformatie over natuurlijke afweerstoffen, treft u aan op de website: www.gddiergezondheid.nl/weerbaarvee