De melkveehouderij heeft een groeispurt gemaakt, het melkquotum is afgeschaft én het dieptepunt in de melkprijs lijkt gepasseerd. Voldoende reden voor de Rabobank om een vernieuwde visie op de melkveehouderij in Nederland te presenteren. Met 'Melken in balans' toont de coöperatieve bank onverminderd vertrouwen in het toekomstperspectief voor de sector. Daarvoor moeten ondernemers wel inzetten op financiële buffers, focus op productiekosten en behoud van maatschappelijk draagvlak. De Rabobank onderscheidt zeven factoren waar melkveehouders nadrukkelijk mee aan de slag moeten om te zoeken naar een nieuwe balans: ondernemerschap, markt en concurrentie, mineralen en grond, financiering en maatschappelijk draagvlak.
De Nederlandse melkveehouderij en zuivel gelden wereldwijd als toonaangevend. In de financiering van de sector is de Rabobank de grootste partij. In 2014 hadden lokale Rabobanken ruim 12 miljard euro aan financiering uitstaan in de melkveehouderij, op een totaal van ruim 30 miljard euro in de hele landbouw- en voedingssector. "Er zijn grote uitdagingen voor de Nederlandse melkveehouderij. Melkveehouders zullen zich nog meer moeten ontwikkelen van boer naar ondernemer, want er komt veel op hen af. Van sterk schommelende prijzen tot nieuwe regelgeving en de noodzaak van maatschappelijk draagvlak", aldus Marijn Dekkers, sectormanager bij de Rabobank in een toelichting.
Concurrentie op prijs
Op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid zet Nederland internationaal de toon. Nederlandse melkveehouders hebben via hun coöperaties een sterke marktpositie en krijgen uiteindelijk een uitbetalingsprijs voor de melk die hoger is dan van veel concurrenten op de wereldmarkt.
Maar de plus in de melkprijs compenseert slechts voor een deel de hogere productiekosten, die onlosmakelijk verbonden zijn met de Nederlandse omstandigheden, zoals dure grond, in verhouding met andere delen van de wereld beperkte bedrijfsomvang en de kosten van duurzaamheid en kwaliteit. Marijn Dekkers: "Het ontvangen van een in mondiaal perspectief betere melkprijs ontslaat de Nederlandse melkveehouder er niet van om focus te houden op de kosten. Op veel bedrijven is nog ruimte voor verbetering. Het gaat om maximaal rendement uit arbeid, grond, huisvesting en geïnvesteerd kapitaal."
Maatschappelijk draagvlak
De agrarische sector en dus ook de melkveehouderij ligt onder een vergrootglas. De mate waarin de ondernemer in de bedrijfsvoering rekening houdt met maatschappelijke wensen, zoals weidegang, diergezondheid en biodiversiteit, zijn sterk van invloed op de publieke opinie en draagvlak. Investeringen in dierenwelzijn en milieumaatregelen zijn beter betaalbaar en rendabeler als je ze combineert met een groter aantal koeien. Maar meer melk betekent niet per definitie meer inkomen. Meer dan ooit is duidelijk dat groei van het bedrijf alleen maar kan als de productiefactoren goed op elkaar zijn afgestemd, ondernemers goed omgaan met mest en milieu en er maatschappelijk draagvlak is. Daar speelt weidegang van koeien een belangrijke rol in. Een grotere financiële incentive, bij voorkeur betaald door de consument of burger, is mogelijk nodig volgends de Rabobank.
Prijsschommelingen
De melkprijzen lieten de afgelopen 10 jaar reeds sterke schommelingen zien, al is het wennen wanneer deze schommelingen zorgen voor een relatief laag niveau zoals dit jaar. "De snelle en sterke ups en downs zijn de nieuwe werkelijkheid. De marktvooruitzichten voor de langere termijn zijn goed, maar de vraag kan opeens uitvallen, zoals in augustus 2014 uit Rusland en later ook uit China. We verwachten dat de melkprijs zich medio 2016 zal herstellen", licht Martin Eising, sectormanager melkveehouderij bij de Rabobank toe. Melkveehouders moeten de financiële weerbaarheid hebben om dalingen in de melkprijs op te vangen. Dat kan door in goede tijden buffers op te bouwen en door goed en vroegtijdig inzicht te hebben in de verwachte kasstromen.
Financiering
Melkveehouders gaan met een financiering verplichtingen aan voor de lange termijn, terwijl het bedrijfsresultaat op korte termijn sterk kan veranderen, bijvoorbeeld door de melkprijs. Dat vraagt om goed inzicht in de financiële positie en daar ondersteunt de Rabobank haar klanten bij. Marijn Dekkers: "Bij het aangaan van een financiering kijken we nog scherper of een onderneming ook over tien jaar nog bestaansrecht en maatschappelijk draagvlak heeft. Bedrijven die bovengemiddeld scoren op duurzaamheid, zoals met dierenwelzijn, weidegang, biodiversiteit of CO2, hebben meer toekomstperspectief. Bij deze bedrijven kunnen we qua financiering dus net wat verder gaan." Tegelijkertijd leert de praktijk dat melkveehouders momenteel terughoudend zijn met extra stappen op het terrein van weidegang, biodiversiteit of broeikasgassen, wanneer deze ten koste gaan van de winst op de korte termijn. De nog voortslepende onduidelijkheid vanuit politiek Den Haag over wet- en regelgeving inzake fosfaat bijvoorbeeld helpt daarbij niet. De Rabobank hoopt dat de nieuw aangetreden staatssecretaris van Economische Zaken wat dat betreft voortvarend aan de slag gaat.