Melkveehouders gaan te reactief om met het fosfaatverhaal. ‘Ze wachten af, terwijl met eerder in beweging komen per bedrijf duizenden euro’s zijn te besparen, zegt specialist melkveehouderij Jaap Gielen van Countus accountants + adviseurs in Zwolle.
Met die boodschap trekt Countus van woensdag 11 november tot en met donderdag 16 december het land door. Op in totaal dertien bijeenkomsten in Noord-, Oost- en Midden-Nederland krijgen melkveehouders te horen dat er met gerichte managementmaatregelen veel fosfaatruimte te winnen is.
Gielen stelt dat een minieme verlaging van 0,1 gram fosfor in het rantsoen een melkveebedrijf met een fosfaatoverschot van meer dan 20 kilo per hectare al veel geld kan opleveren. ‘Op 100 koeien bespaar je daarmee 200 kilo fosfaat. Dat is 3.000 euro aan mestafvoer en 8.000 euro aan lease van fosfaatrechten wat je bespaart. Daarbij gaan we uit van een prijs van 40 euro per kilo fosfaat. Dit is omgerekend de afgelopen tien jaar gemiddeld ook betaald voor leasemelk.’
0,6 hectare grond minder
De besparing voor dit melkveebedrijf kan nog verder oplopen. Op 1 januari 2016 treedt de wet grondgebonden groei melkveehouderij in werking. Dat betekent voor dit bedrijf dat het onder alle na 2014 gerealiseerd groei een bepaalde hoeveelheid grond moet hebben. ‘In dit voorbeeld bespaar je met 0,1 gram minder fosfor in het rantsoen 0,6 hectare grond huren of kopen.’
De financiële impact van de nieuwe wetgeving is groot en de huidige marktomstandigheden vereisen proactief handelen. Hoe meer melk per kilo fosfaat, hoe minder mestafzet, aankoop van fosfaatrechten en grond nodig is, luidt de boodschap van Countus. Dit kan naast minder fosfor in het voer ook door zo weinig mogelijk jongvee aan te houden, de tussenkalftijd te verkorten, de droogstand in te korten of de afkalfleeftijd terug te brengen. ‘Oude koeien met een goede reproductie zijn superefficiënt. Aan de slag! Anders wordt de rekening die een melkveehouder voor fosfaatverlies betaalt onnodig hoog’, zegt Gielen.
Grondmaatschap
Belastingadviseur André Verduijn van Countus ziet in het opzetten van grondmaatschappen een mogelijk antwoord op de Wet grondgebonden groei. Een stakende melkveehouder die zijn grond inbrengt in een maatschap met een groeiende melkveehouder kan op die manier fiscaal ondernemer blijven, wat hem tal van fiscale voordelen oplevert. ‘Voor de praktiserende melkveehouder is het een manier om op een financieel aantrekkelijke manier groei en grond te realiseren. Je kunt het vergelijken met de melkmaatschappen, waarbij de groeiende boer molk op het quotum van de stakende ondernemer.’
Verduijn verzorgt het tweede deel van de dertien Countus-avonden voor melkveehouders. Hij zet daar ook op een rij hoe je fiscaal het beste kunt anticiperen op bedrijfsontwikkeling (financiering en rechtsvorm), bedrijfsopvolging of bedrijfsbeëindiging.