De droogte in de zomer heeft ervoor gezorgd dat in de strook van midden Utrecht naar Noordoost-Groningen vanaf eind september en in West-Nederland pas vanaf half oktober besmettelijke cysten van de leverbot op het gras zijn afgezet. Door de hoge temperaturen tot diep in november kan deze ontwikkeling tot laat in het jaar doorgaan en leiden tot een matige infectie in deze gebieden.
Ondanks de vele leverbotslakken in het voorjaar is door de droogte in mei, juni en juli het aantal slakken in augustus gedaald tot een zeer laag niveau. Vooral in Zuid- en West-Nederland was het zeer droog gedurende de zomer. Na augustus is de neerslag toegenomen en de verdamping afgenomen. In de strook van midden Utrecht naar Noordoost-Groningen zijn vanaf half september de besmettelijke cysten op het gras afgezet. In West-Nederland is pas in oktober een toename van het aantal slakken waargenomen, het percentage besmette slakken duidelijk gestegen en zijn vanaf half oktober besmettelijke cysten op het gras afgezet.
Door de tot nu toe hoge temperaturen in november kunnen besmettelijke cysten tot laat in het jaar op het gras worden afgezet. Rundveehouders die hun dieren laat hebben opgestald, maar vooral schapenhouders moeten rekening houden met een late maar matige leverbotbesmetting.
Op bedrijven met verhoogde waterstand en waar tijdens de droogte water is ingelaten is een ernstige leverbotbesmetting mogelijk.
Voorkom resistentie
Om resistentie van de leverbot voor triclabendazol te voorkomen is het bij het behandelen van zowel schapen als rundvee van grootbelang om het juiste gewicht van het dier te schatten of te meten, zodat de juiste dosis van het geneesmiddel wordt toegediend. Controle op leverbotresistentie is mogelijk door vanaf begin januari minimaal drie weken na behandelen mestonderzoek te doen.
In geval van triclabendazol-resistentie is behandeling met andere leverbotmiddelen nodig. Overleg met uw dierenarts over de toepassing.
Bron: Gezondheidsdienst voor Dieren