Het aantal grote bedrijven in de Nederlandse veehouderij is de afgelopen jaren toegenomen, terwijl er steeds minder kleine bedrijven zijn waar melkkoeien, varkens, of geiten worden gehouden. Zo zijn er inmiddels 355 melkveehouders met meer dan 250 koeien. Ook is het aantal bedrijven met meer dan tienduizend vleesvarkens toegenomen. Dit meldt CBS op basis van de voorlopige uitkomsten van de Landbouwtelling 2015.
Op 1 april van dit jaar telde Nederland bijna 64 duizend land- en tuinbouwbedrijven. Dit waren er in 1980 nog 145 duizend. Naast de afname van het aantal bedrijven voltrok zich een stevige schaalvergroting. Zo melkt een doorsnee melkveehouder tegenwoordig 90 melkkoeien, dit waren er in 1980 nog 35. Een vleesvarkenshouder heeft nu gemiddeld 1450 vleesvarkens, tegen 180 in 1980. Ook het aantal grote melkgeitenbedrijven nam toe.
Melkveestapel groeit verder
Op 1 april 2015 waren er 18,3 duizend bedrijven met melkkoeien, 1,7 procent minder dan een jaar eerder. Tegelijkertijd nam het aantal melkkoeien met 3,1 procent toe. Ook werd er 2,4 procent meer jongvee voor fokdoeleinden gehouden. De schaalvergroting is ook zichtbaar in de groei van het aantal grote melkveehouderijen. In 1980 waren er 44 melkveehouders met 250 of meer melkkoeien. In 2015 was dit gestegen tot 355.