Stro als boxbedekking is terug van weggeweest. Het project Stro in box ontdekte een rendabel, functionerend bedrijfssysteem met stro als uitgangspunt. 'Ik word nog steeds regelmatig gebeld door collega's die willen komen kijken', zegt deelnemer Matté Eikelenboom uit het Utrechtse Lopikerkapel.
Zijn koeien liggen op een dikke laag tarwestro. De emissiearme dichte vloer heeft gaatjes waardoor de urine naar de mestkelder sijpelt. De mest wordt samen met het stro naar de achterkant van de stal geschoven en naar de mestplaat getransporteerd.
'Emissiearm is het uitgangspunt van deze stal', vertelt Matté Eikelenboom. 'Ik wilde daarom graag de mest en urine op de vloer al scheiden. Vandaar dat ik koos voor deze vloer.' Ook wilde hij graag diepstrooiselboxen met stro. 'Zaagsel verzuurt de bodem, en gescheiden mest zag ik ook niet zitten. Dan haal je de structuur uit de mest en krijg je ammoniakverluchting. Daarnaast heeft stro ook een positieve invloed op het bodemleven.'
Toch was er één probleem: eenmaal op de mestplaat bleek de mest minder goed stapelbaar, waardoor het zich na verloop van tijd over de hele mestplaat verspreidde.
Eikelenboom is niet de enige die hiertegen aanloopt. Volgens het bureau LaMi komt het door de lastige verwerking van stro, als het eenmaal op de rooster terechtkomt en in de mestkelder, dat Nederlandse melkveehouders het weinig gebruiken. Terwijl stro veel voordelen kent.
Het bureau zette daarom, samen met provincie Utrecht en DLV Advies, het project Stro in box op, waar ook Eikelenboom zich bij aansloot. Acht Utrechtse melkveehouders en enkele partnerbedrijven, waaronder HCI Betonindustrie en Agriton, gingen ermee aan de slag.
'Het was vooral de slechte stapelbaarheid van de stromest waar melkveehouders tegenaan liepen', zegt Harm Wientjes van DLV Advies. 'We zijn daarom gaan zoeken naar een functionerend bedrijfssysteem waarin mest stapelen wel mogelijk was, want stro heeft potentie.'
Behalve dat stro zacht en droog is voor het melkvee, zorgt het ook voor een toename van organische stof in de bodem. Hierdoor ontstaat er meer bodemleven. Ook verbetert de draagkracht en het vermogen van de bodem om mineralen te binden zich aan het stro, waardoor deze minder snel uitspoelen en vervluchtigen', legt Wientjes uit.
Het resultaat zal zijn dat de gewasopbrengsten op de langere termijn (drie tot vijf jaar) structureel hoger zijn met een lagere fosfaat- en stikstofuitspoeling tot gevolg. Voor de korte termijn betekent het dat er via de kunstmestbemesting bijgestuurd moet worden.
Ook voor Eikelenboom was de bodemgezondheid een reden om met stro te gaan werken. 'We hebben te maken met steeds lagere bemestingsnormen. Daar moeten we op inspelen, anders komt er later weinig meer uit de bodem. In denk dat er in vaste mest nog veel potentie zit.'
Dubbele wand
De oplossing kwam uiteindelijk uit het buitenland: een 'weeping wall'. In Amerika en Australië wordt er al veel gebruik van gemaakt. De mestplaat krijgt hierbij een dubbele wand. De binnenste wand heeft gaten, zoals ineen aardappelrooster of varkensrooster, waardoor het effluent aan water kan wegsijpelen. Dit percolaat komt in de tussenruimte terecht en wordt weggepompt. Hierdoor houdt je drogere en dus beter stapelbare mest over.
DLV Advies heeft berekend dat voor stapelbare stromest de verhouding drijfmest-stro niet te groot moet zijn. Per kuub mest is er zo'n 125 kilo stro nodig. Dit komt neer op minimaal 3 kilo stro per koe per dag.
Eikelenboom heeft nog geen weeping wall, maar wel ijzeren varkensroosters klaarliggen. 'We moeten het nog opbouwen, maar ik denk dat dit systeem goed werkt. Het is alleen jammer dat we met een pomp moeten werken om het vocht weg te pompen. De mestplaat ligt namelijk verdiept. Als ik de mestplaat anders zou mogen inrichten, had ik varkensroosters tussen betonnen palen laten zetten, met een gootje erachter, zodat de mest natuurlijk af te voeren is.'
Rendement
De uiteindelijke kosten vallen hem mee. Uitgaand van 10.000 liter per koe en 4 kilo stro per koe per dag komen zijn strooiselkosten uit op 1 cent per liter melk. 'Het zijn vooral de investeringskosten die hoog zijn', zegt de melkveehouder. 'Denk aan de bouw van een vaste mestopslag, maar ook een stroverdeler.'
DLV Advies beaamt dat. Wientjes: 'Maar het bedrijfssysteem levert uiteindelijk een hoger rendement op. Ook al zullen de extra investering in het afvoersysteem van de vaste mest en de opslag van vaste mest in de meeste gevallen boven de kosten voor traditionele mestopvang stijgen.'
LaMi maakte een berekening: normkosten voor strooisel zijn 1 cent per liter standaardmelk. Stro kost zo'n 100 euro per ton om aan te voeren, de bemestende waarde van stro op het land ligt op 50 euro. Bij verbruik van 4 kilo stro per dier per dag en de kosten van 50 euro per ton stro, is de kostprijs van strooisel 0,7 cent per liter standaardmelk.
Daarnaast verbetert de bodemvruchtbaarheid, en de diergezondheid stijgt door een zachter en hygienischer ligbed. LaMi stelt dat 5 procent lagere vervanging leidt tot 0,9 cent per liter melk meer saldo.
Eikelenboom zelf is blij met de investering en merkt een groeiende interesse bij collega-boeren. 'We worden veel gebeld door collega's die willen komen kijken', zegt de melkveehouder.
Ook Wientjes is verrast door de aandacht. 'Het gaat in principe om een klein marktaandeel. Maar we krijgen vragen van boeren die werken of willen werken met stro. Wellicht wordt het probleem groter ervaren dan gedacht.'
Bron: DLV Advies