De korting op de fosfaatrechten (4%-8%) voor melkveehouders die staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) voorstelt, moet zo laag mogelijk blijven, vindt LTO Nederland. LTO heeft voorgesteld om een andere referentie te kiezen, meer af te romen bij het aanschaffen van fosfaatrechten en minder fosfaatrechten te reserveren voor specifieke groepen melkveehouders. Daar is uiteindelijk niet voor gekozen. “We tellen onze zegeningen. Er is eindelijk duidelijkheid, boeren weten nu waar ze aan toe zijn, maar we staan niet te juichen. Ons hart zei nee, maar ons verstand zei ja”, zegt voorzitter Kees Romijn van LTO Melkveehouderij.
Van Dam introduceert met ingang van 1 januari 2017 een stelsel van fosfaatrechten voor de melkveehouderij. Het stelsel is bedoeld om de totale fosfaatproductie te verminderen. De voorstellen van de staatssecretaris zullen bij alle melkveehouders pijn doen, maar veel melkveehouders kunnen de korting terugverdienen door efficiënter om te gaan met fosfaat. “Dat zal niet voor alle melkveehouders even makkelijk zijn.” Melkveehouders met een extensieve, grondgebonden bedrijfsvoering worden deels gecompenseerd.
Meer tijd
LTO heeft geclaimed dat melkveehouders meer tijd krijgen van Van Dam om zich voor te bereiden en hun bedrijfsvoering aan te passen aan het fosfaatrechtenstelsel. Aan dat verzoek is tegemoet gekomen. Per 1 januari 2017 worden de rechten ingevoerd, 1 juli 2017 maakt Van Dam de korting bekend en in 2018 moeten boeren daar aan voldoen. “Dat geeft ruimte om te wennen aan het idee en het bedrijf voor te bereiden”, zegt Romijn.
Staatssecretaris Van Dam maakte 3 maart zijn voorstellen bekend voor de introductie van fosfaatrechten voor melkveehouders. Zijn voorganger had dit per brief op 2 juli 2015 al aangekondigd. Fosfaatrechten worden ingevoerd om te voldoen aan de voorwaarden voor derogatie. “De staatssecretaris gaat zich in Brussel inzetten voor behoud van derogatie. En dat is een goed punt.”
Derogatie
Derogatie is voor de Nederlandse melkveehouderij cruciaal en is voor LTO een breekpunt. Als derogatie niet wordt verlengd, kost dat de sector 200 miljoen euro. “We willen dat er in de nieuwe derogatie ruimte is voor gebruik van mineralenconcentraten als kunstmestvervanger en dat verwerkte mest die buiten Nederland duurzaam wordt afgezet, niet meer meetelt voor het fosfaatplafond. We lezen in de brief van Van Dam dat hij die mening deelt; hij heeft zichzelf een forse taakstelling gegeven om een ‘derogatie-plus’ uit te onderhandelen. Daar zijn we zeer positief over”, aldus Romijn. Van Dam wil zijn inzet in Brussel voor derogatie koppelen aan het streven naar een circulaire economie. “Dat is een goede ontwikkeling. We hebben in de circulaire economie als landbouw een hele sterke positie.”
Fosfaatrechten
Melkveehouders krijgen per 1 januari 2017 fosfaatrechten. Die rechten zijn gebaseerd op het aantal dieren dat de melkveehouder bezat op 2 juli 2015. “Ons voorstel was om op basis van een gemiddeld aantal dieren in het eerste halfjaar van 2015 de referentie te bepalen. Als er voor deze insteek was gekozen, zou er minder extra generiek gekort hoeven te worden. Nu worden melkveebedrijven die niet gegroeid zijn extra hard getroffen. Het is bijzonder spijtig dat ons voorstel niet is overgenomen”, aldus Romijn.
Afromen
Volgens LTO moet de invulling van de korting vooral komen uit het afromen bij het verhandelen van fosfaatrechten. Van Dam kiest voor vrije verhandelbaarheid en wil 10% afromen bij het overgaan van deze rechten. “Wat ons betreft had dat percentage op 25% gezet kunnen worden. Het ‘fosfaatpotje’ moet eerst gebruikt worden om onder het fosfaatplafond te komen en vervolgens om ruimte te bieden aan de specifieke groepen. Als er dan nog rechten overblijven, kunnen die gebruikt worden voor bijvoorbeeld ondersteuning van jonge boeren of anderszins. Ik denk dat onze leden dit beter begrijpen dan een hoge generieke korting voor iedereen.”