28 april is de nieuwe peildatum voor de jongveebezetting voor melkleverende bedrijven in het kader van het fosfaatreductieplan. Dit staat in de brief over de stand van zaken rondom het maatregelenpakket fosfaatreductie die staatssecretaris Van Dam vandaag publiceerde.
De staatssecretaris kondigde eerder aan dat het fosfaatreductieplan alleen voor melkproducerende bedrijven geldt. Van Dam wil voorkomen dat verplaatsing jongvee naar jongveeopfokbedrijven meetelt als reductie voor melkproducerende bedrijven. Daarom wordt er gekeken naar het zogenoemde ‘jongveegetal’ op het bedrijf op 28 april 2017. Dit is de verhouding tussen het jongvee tot afkalven en de afgekalfde koeien.
Alleen jongvee afvoeren telt niet als reductie
Afvoer van jongvee telt alleen mee als reductie, als naar verhouding (in GVE) een gelijk aantal koeien die hebben afgekalfd wordt afgevoerd. Als er meer jongvee wordt afgevoerd dan koeien gaat men uit van het ‘jongveegetal’ in de berekening van de fosfaatreductie en niet van het werkelijk aanwezig aantal jongvee. “Deze aanpassing van de regeling pakt ongunstig uit voor bedrijven met veel jongvee die hun jongveeaandeel wilden verlagen. Alleen teruggaan in jongvee wordt niet als reductie erkend,” aldus Janneke Straver, adviseur rundvee bij DLV Advies.
Koeien uitscharen telt niet als reductie
Koeien die worden verplaatst naar een niet melkleverend bedrijf mogen niet binnen vier maanden terugkeren naar het bedrijf waar ze vandaan komen om mee te tellen in de reductie. Dit wordt via I&R gemonitord. Gebeurt dit toch, dan zal de koe voor de gehele periode sinds afvoer alsnog meetellen bij het melkproducerend bedrijf en kan hiervoor achteraf alsnog een geldsom worden opgelegd.