Op de consumentenmarkt kende de prijs van verse halfvolle melk en magere melk een forse stijging: van oktober tot en met februari nam de prijs van verse melk met een kwart toe. De melkprijs af boerderij is in de tweede helft van 2016 snel uit het dal gekomen met een stijging van de prijsindex naar 122 punten in december. Het prijsherstel was te danken aan de aantrekkende mondiale vraag.
Door de matiging van deze vraag in januari en februari is de prijs af boerderij met 12 punten gedaald naar 110. De producentenprijsindex is vanaf juni 2016 blijven stijgen naar 115 punten in februari 2017.
Prijzen af boerderij en van de zuivelindustrie
In de eerste twee maanden van 2017 is de prijsindex af boerderij (niet-biologisch) gedaald met 12 punten naar 110 punten (2010=100). Gedurende het voorgaande jaar hebben de melkprijzen af boerderij flinke schommelingen gekend. Na een relatief hoge melkprijs af boerderij in 2013 en 2014 is het prijsniveau aanzienlijk gedaald. In juni 2016 is de prijsindex naar het laagste niveau sinds 2009 gezakt, 78 punten. In de tweede helft van 2016 is de prijsindex scherp gestegen naar een relatief hoog niveau van 122 punten in december.
De zuivelproducentenprijsindex (PPI) is in februari op 115 punten uitgekomen. De ontwikkeling van de PPI in het voorgaande jaar is vergelijkbaar met die van de prijs af boerderij. In januari 2014 was er een recordhoogte van 122 punten, waarna een daling is ingezet. In juni 2016 kwam ook de PPI met 94 punten in een dal. De scherpe stijging van de prijsindex af boerderij en de ppi in de tweede helft van 2016 is opmerkelijk. In tegenstelling tot prijs af boerderij is de PPI in de eerste maanden van 2017 door gestegen: in februari was deze op het hoogste niveau sinds de tweede helft van 2014.
De pieken in zuivelprijzen eind 2013-begin 2014 werden bepaald door prijsstijgingen van kaas, boter en melkpoeder en door de achterblijvende melkproductie in de wereld. In de loop van 2014 groeide de aangeboden hoeveelheid melk wereldwijd tot een relatief hoog niveau. In Nederland heeft de afschaffing van de melkquotering in 2015 tot meer melkproductie geleid. Tegelijkertijd haperde de afzet van zuivel, mede door de boycot van zuivelproducten uit de EU door Rusland en de achterblijvende Chinese vraag. Dit heeft een grote impact gehad op melkprijs voor boeren en industrie. Door de seizoensgebonden hoge aanvoer melk is de daling in rauwe melkprijzen in de eerste helft van 2016 versterkt. De Europese Commissie heeft in 2016 interventiemaatregelen ingesteld om de markt te stabiliseren. De marktsituatie is vanaf de tweede helft van 2016 snel gekanteld. De EU-maatregelen om het aanbod te beperken en de snel aantrekkende vraag naar zuivel op de Aziatische markten hebben de prijzen snel omhooggedreven. In het begin van 2017 is de mondiale vraag gedempt. De verwachting is dat de melkproductie in de eerste helft van 2017 sterker af gaat nemen. In het kader van het fosfaatreductieplan worden extra melkveerunderen geslacht. De uiteindelijke prijstrend in de rest van 2017 gegeven het krimpende melkaanbod is echter onzeker door een onbestendige vraag.
Consumentenprijzen
Vanaf de tweede helft van 2015 is zuivel voor de consument iets in prijs gedaald, maar aan het einde van 2016 is deze daling gestopt. De consumentenprijsindex (CPI) is in februari uitgekomen op 110 punten, terug op het niveau van juni 2015. In de eerste twee maanden van 2017 zijn voor alle zuivelproducten prijsstijgingen waargenomen. De prijzen van verse halfvolle melk en magere melk zien een bijzonder forse prijsstijging in vier maanden tijd. De CPI van verse halfvolle en magere melk zijn van 106 punten in oktober 2016 naar 130 punten in februari 2017 gegaan.
Keten
Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. De industrie wordt volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.
Toelichting op drie niveaus
Driekwart van de zuivelproducten wordt via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan bestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op circa 5,5 miljard euro in 2015.
In 2015 telde de Nederlandse zuivelindustrie 25 ondernemingen die in totaal 54 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg. Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door coöperaties. Meer dan de helft van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (54%), terwijl circa 8% naar consumptiemelk(producten) gaat. De sector is internationaal georiënteerd: ruim 65% van de Nederlandse melkproductie wordt in een groot scala aan producten geëxporteerd. Een derde van de export is bestemd voor markten buiten de EU.
Er zijn in Nederland ongeveer 18.000 bedrijven met melkvee, die gezamenlijk ruim 13,5 miljard kg melk produceren. Nagenoeg alle melk wordt afgeleverd aan de zuivelindustrie; een klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (ruim 100 miljoen kg). De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.
Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De prijs die de melkveehouder ontvangt, bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Zuivelondernemingen en supermarkten spreken in bilaterale contractonderhandelingen de voorwaarden en de prijs van leveringen af, onder eigen merk of het huismerk.
Referenties |
|