Ten opzichte van de vorige meting van eind april is het tekort op de rekening-courant van melkveebedrijven per eind juni iets toegenomen. Per saldo is in de maanden mei en juni meer afgelost en bovendien meer geïnvesteerd. Daarnaast liep de ontvangst van de betalingsrechten voor sommige bedrijven vertraging op. De hogere melkopbrengsten konden dit niet volledig compenseren, waardoor het saldo op de rekening-courant licht afnam. Ten opzichte van eind juni vorig jaar is de saldopositie overigens met 8.300 euro verbeterd.
Saldo op de lopende rekening stijgt afgelopen half jaar
De ontwikkeling van de stand op de lopende rekening is een resultante van bij- en afschrijvingen. Ook neveninkomsten en privé-uitgaven zijn verwerkt. Aan het einde van het eerste halfjaar van 2017 hadden melkveebedrijven gemiddeld een hoger saldo op de rekening-courant (lopende rekening) dan aan het eind van 2016. De onbalans tussen opbrengsten en uitgaven was vooral groot tussen mei en november 2016. Dit leidde tot een dieptepunt van het saldo van -27.000 euro in november 2016. Na deze periode is het saldo verbeterd. In het eerste halfjaar van 2017 is er gemiddeld per bedrijf bijna 24.000 euro extra aan melkgeld (+16%) ontvangen ten opzichte van dezelfde periode in 2016.
Saldo stijgt met meer dan 2.500 euro op fors aandeel van de bedrijven in juni
Tussen de melkveebedrijven bestaan grote verschillen in ontwikkeling van het saldo op de lopende rekening. Op 59% van de bedrijven lag dat saldo eind juni 2017 meer dan 2.500 euro hoger dan op hetzelfde moment in 2016. Bij 28% van de bedrijven is het saldo meer dan 2.500 euro lager. Bij de resterende 13% van de bedrijven bleef het verschil beperkt tot 2.500 euro hoger of lager.
Meer melkveebedrijven met een positief rekening-courantsaldo
Eind 2016 stond 20% van de melkveebedrijven meer dan 50.000 euro in het rood, eind juni 2017 is dit gedaald naar 15,5%. In de saldoklasse hoger saldo dan 25.000 euro nam het aandeel bedrijven toe van 13% naar ongeveer 22%. De meeste bedrijven zitten in de saldoklasse die loopt van 0 tot 25.000 euro. Aan het einde van het tweede kwartaal valt ongeveer 38% van de bedrijven in deze klasse. Dit is een toename van 7,5% ten opzichte van het tweede kwartaal van 2016.
De veranderingen in aandelen van de bedrijven per klasse kunnen soms relatief klein zijn, maar dat wil niet zeggen dat de situatie per bedrijf niet sterk kan verschillen. Onderstaande figuur toont hoe melkveebedrijven tussen de perioden van de ene naar de andere klasse verschuiven. Van de 16% bedrijven die aan het eind van het eerste kwartaal 2017 een saldo lager dan -50.000 euro hadden op de lopende rekening, bleven de meeste bedrijven (83%) een kwartaal later in deze klasse. Een klein aandeel bedrijven wist door te stromen naar een positief saldo. Over het algemeen is het aandeel bedrijven in de klassen met een positief saldo toegenomen en met een negatief saldo afgenomen in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017.