Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) stuitten tijdens een inspectie bij een melkveehouder in Noord-Brabant op ernstig verwaarloosde dieren. De inspecteurs bezochten het bedrijf na een melding van de melkfabriek dat de regels voor dierenwelzijn niet goed werden nageleefd.
De pinken (eenjarige runderen) en kalveren in de stal met jongvee hadden geen schone en droge ligplaatsen omdat ze tussen grote hopen mest en urine stonden. De dieren kregen alleen rottend en schimmelend hooi te eten, en waren dus erg mager. Een groep van 13 pinken kon vanuit de stal wel een (kaal gegeten) weide bereiken, maar moest daarvoor wel eerst waden door een dikke laag natte mest. In een achteraf gelegen stal vonden de inspecteurs een erg ziek en mager kalf dat aan zijn lot was overgelaten en niet meer overeind kon komen. Dit kalf is door de dierenarts van het bedrijf uit zijn lijden verlost.
5 paarden in een nabijgelegen weide waren sterk vermagerd omdat ze hetzelfde hooi te eten kregen als het jongvee in de stal. Bij een groep pinken in een andere weide was de drinkwatervoorziening kapot. De dieren waren daarom gaan drinken uit de sloot. Hierbij was 1 pink tot zijn buik in de modder aan de slootkant gezakt en verdronken. In een wei met schapen vonden de inspecteurs 2 oude kadavers. Op 1 mager schaap na waren de schapen in deze weide wel in voldoende conditie.
De inspecteurs van de NVWA hebben proces-verbaal opgemaakt tegen de veehouder. Daarnaast treden NVWA en RVO.nlbestuursrechtelijk op om te zorgen dat de veehouder de geconstateerde overtredingen zo snel mogelijk herstelt.