Op de consumentenmarkt is de prijs zuivel verder gestegen naar 116 punten (2010=100) in juli 2017, een recordhoogte. De melkprijs af boerderij in Nederland profiteert van de aantrekkende mondiale vraag en het achterblijvende mondiale aanbod in de eerste helft van 2017. In juli is de prijsindex af boerderij, net als de consumentenprijsindex, uitgekomen op 116 punten.
Prijzen af boerderij en van de zuivelindustrie
In juli 2017 is de prijsindex af boerderij (niet-biologisch) op 116 punten (2010=100) uitgekomen. In het voorgaande jaar hebben de melkprijzen af boerderij flinke schommelingen gekend. Na een relatief hoge melkprijs af boerderij in 2013 en 2014 is het prijsniveau aanzienlijk gedaald. In juni 2016 bereikte de prijsindex met 78 punten het laagste niveau sinds 2009. In de tweede helft van 2016 is de prijsindex scherp gestegen.
De zuivelproducentenindex PPI is in de eerste zes maanden van 2017 eveneens doorgestegen tot 119 punten in juni. De ontwikkeling van de PPI in het voorgaande jaar is vergelijkbaar met die van de prijs af boerderij. In januari 2014 was er een recordhoogte van 122 punten, waarna een daling is ingezet. In juni 2016 kwam ook de PPI met 94 punten in een dal. Daarna kwam een jaar van herstel.
Bekijk de gehele grafiek op de website van Agrimatie.
De pieken in zuivelprijzen eind 2013-begin 2014 werden bepaald door prijsstijgingen van kaas, boter en melkpoeder en door de achterblijvende melkproductie in de wereld. In de loop van 2014 groeide de aangeboden hoeveelheid melk wereldwijd tot een relatief hoog niveau. In Nederland heeft de afschaffing van de melkquotering in 2015 tot meer melkproductie geleid. Tegelijkertijd haperde de afzet van zuivel, mede door de boycot van zuivelproducten uit de EU door Rusland en de achterblijvende Chinese vraag. Dit heeft een grote impact gehad op melkprijs voor boeren en industrie. Door de seizoensgebonden hoge aanvoer van melk is de daling in rauwe melkprijzen in de eerste helft van 2016 versterkt. De Europese Commissie heeft in 2016 interventiemaatregelen ingesteld om de markt te stabiliseren. De marktsituatie is vanaf de tweede helft van 2016 gekanteld. De EU-maatregelen om het aanbod te beperken en de snel aantrekkende vraag naar zuivel op de Aziatische markten hebben de prijzen snel omhooggedreven. In de eerste helft van 2017 is de stijging van de mondiale vraag groter dan het aanbod. Dit heeft tot de prijsstijgingen geleid ondanks de verwachting van lagere seizoensprijzen. Verwacht wordt dat de wereldmarktprijzen in de rest van 2017 stabiel blijven of doorstijgen. In het kader van de fosfaatreductiemaatregelen worden extra melkveerunderen geslacht.
Consumentenprijzen
Vanaf de tweede helft van 2015 is zuivel voor de consument iets in prijs gedaald, maar aan het einde van 2016 is deze daling gestopt. De consumentenprijsindex (CPI) is in juli uitgekomen op een record van 116 punten. Het eerste half jaar 2017 laat voor alle zuivelproducten prijsstijgingen zien. De stijging van CPI van zuivel totaal wordt vooral beïnvloed door de ontwikkeling van de prijzen van verse halfvolle melk en magere melk. Deze prijzen stegen bijzonder fors in een half jaar tijd tot april. In mei, juni en juli is deze afgevlakt. De CPI van verse halfvolle en magere melk is van 106 punten in oktober 2016 naar 134 punten in juli 2017 gegaan.
Keten
Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. De industrie wordt volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.
Toelichting op drie niveaus
Driekwart van de zuivelproducten wordt via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan bestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op circa 5,5 miljard euro in 2015.
In 2015 telde de Nederlandse zuivelindustrie 25 ondernemingen die in totaal 54 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg. Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door coöperaties. Meer dan de helft van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (54%), terwijl circa 8% naar consumptiemelk(producten) gaat. De sector is internationaal georiënteerd: ruim 65% van de Nederlandse melkproductie wordt in een groot scala aan producten geëxporteerd. Een derde van de export is bestemd voor markten buiten de EU.
Er zijn in Nederland ongeveer 18.000 bedrijven met melkvee, die gezamenlijk ruim 13,5 miljard kg melk produceren. Nagenoeg alle melk wordt afgeleverd aan de zuivelindustrie; een klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (ruim 100 miljoen kg). De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.
Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De prijs die de melkveehouder ontvangt, bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Zuivelondernemingen en supermarkten spreken in bilaterale contractonderhandelingen de voorwaarden en de prijs van leveringen af, onder eigen merk of het huismerk.
Bron: Agrimatie