Op de consumentenmarkt is de prijs van zuivel tussen juli en september gehandhaafd op een recordhoogte van 116 punten (2010=100). De melkprijs af boerderij en de zuivelproducentenprijs profiteren van de aantrekkende mondiale vraag en het achterblijvende mondiale aanbod.
Onder invloed van de fosfaatreductiemaatregelen is de melkaanvoer in Nederland aan het dalen. In september is de prijsindex af boerderij uitgekomen op 126 punten en de zuivelproducentenprijs op de recordhoogte van 122 punten.
Prijzen af boerderij en van de zuivelindustrie
In het voorgaande jaar hebben de melkprijzen af boerderij flinke schommelingen gekend. In juni 2016 bereikte de prijsindex met 78 (2010=100) punten het laagste niveau sinds 2009. In de tweede helft van 2016 is de prijsindex scherp gestegen. Na een trendbreuk in januari 2017 is de prijs af boerderij opnieuw gaan stijgen. In september 2017 is de prijsindex af boerderij (niet-biologisch) op 126 punten uitgekomen, 30% hoger dan vorig jaar.
De ontwikkeling van de zuivelproducentenindex (PPI) in het voorgaande jaar is vergelijkbaar met die van de prijs af boerderij. In juni 2016 kwam ook de PPI met 94 punten in een dal. Daarna kwam een periode van herstel. De zuivelproducentenindex PPI is doorgestegen tot 122 punten in september 2017, terug op de recordhoogte van begin 2014.
De pieken in zuivelprijzen eind 2013-begin 2014 werden bepaald door prijsstijgingen van kaas, boter en melkpoeder en door de achterblijvende melkproductie in de wereld. In de loop van 2014 groeide de aangeboden hoeveelheid melk wereldwijd tot een relatief hoog niveau. In Nederland heeft de afschaffing van de melkquotering in 2015 tot meer melkproductie geleid. Tegelijkertijd haperde de afzet van zuivel, mede door de boycot van zuivelproducten uit de EU door Rusland en de achterblijvende Chinese vraag. Dit heeft een grote impact gehad op melkprijs voor boeren en industrie. Door de seizoensgebonden hoge aanvoer van melk is de daling in rauwe melkprijzen in de eerste helft van 2016 versterkt. De Europese Commissie heeft in 2016 interventiemaatregelen ingesteld om de markt te stabiliseren. De marktsituatie is vanaf de tweede helft van 2016 gekanteld. De EU-maatregelen om het aanbod te beperken en de snel aantrekkende vraag naar zuivel op de Aziatische markten hebben de prijzen snel omhooggedreven. In de loop van 2017 is de stijging van de mondiale vraag groter dan het aanbod. Dit heeft tot de prijsstijgingen geleid ondanks de verwachting van lagere seizoensprijzen. Verwacht wordt dat de wereldmarktprijzen in de rest van 2017 stabiel blijven of doorstijgen. In Nederland worden in het kader van de fosfaatreductiemaatregelen extra melkveerunderen geslacht. Het melkaanvoer is tussen juni en augustus onder het niveau van dezelfde periode in 2016 gezakt.
Consumentenprijzen
Vanaf de tweede helft van 2015 is zuivel voor de consument iets in prijs gedaald, maar aan het einde van 2016 is deze daling gestopt. De consumentenprijsindex (CPI) blijft tussen juli en september hangen op een recordhoogte van 116 punten. De eerste negen maanden van 2017 laten voor alle zuivelproducten prijsstijgingen zien. De stijging van CPI van zuivel totaal wordt vooral beïnvloed door de ontwikkeling van de prijzen van verse melk. Deze prijzen stegen bijzonder fors in een half jaar tijd tot april. Tussen mei en juli zijn deze afgevlakt, in september is de prijs van verse melk wederom gestegen. De CPI van verse halfvolle en magere melk is van 106 punten in oktober 2016 naar 136 punten in september 2017 gegaan.
Keten
Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. De industrie wordt volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.
Toelichting op drie niveaus
Driekwart van de zuivelproducten wordt via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan bestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op circa 5,5 miljard euro in 2015.
In 2015 telde de Nederlandse zuivelindustrie 25 ondernemingen die in totaal 54 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg. Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door coöperaties. Meer dan de helft van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (54%), terwijl circa 8% naar consumptiemelk(producten) gaat. De sector is internationaal georiënteerd: ruim 65% van de Nederlandse melkproductie wordt in een groot scala aan producten geëxporteerd. Een derde van de export is bestemd voor markten buiten de EU.
Er zijn in Nederland ongeveer 18.000 bedrijven met melkvee, die gezamenlijk ruim 13,5 miljard kg melk produceren. Nagenoeg alle melk wordt afgeleverd aan de zuivelindustrie; een klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (ruim 100 miljoen kg). De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.
Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De prijs die de melkveehouder ontvangt, bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie, leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Zuivelondernemingen en supermarkten spreken in bilaterale contractonderhandelingen de voorwaarden en de prijs van leveringen af, onder eigen merk of het huismerk.
Bron: Agrimatie