De landbouw, en vooral de veehouderij, staat op een kantelpunt. Ook de melkveehouderij zal snel van karakter veranderen. Diversiteit en heterogeniteit zijn daarbij kernbegrippen. Dat zei Martin Scholten, algemeen directeur van de Animal Sciences Group van Wageningen University & Research, tijdens het symposium ‘Biodiversiteit en Melkveehouderij’ dat op 23 en 24 mei werd gehouden op Dairy Campus in Leeuwarden. ‘Nieuwe technologie gaat die omslag naar een diverse, heterogene melkveehouderij mogelijk maken.’
Louise O. Fresco, voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen University & Research, opende het symposium, een samenwerking van Dairy Campus, Living Lab Fryslân en burgerinitiatief ‘Kening fan ‘e Greide’. ‘Het draagvlak voor de landbouw neemt af, maar dat voor het landschap neemt toe’ constateerde ze. ‘Daar liggen kansen voor agrarische ondernemers. De consument wil niet alleen veilig, gezond en lekker eten, maar heeft ook aandacht voor de wijze waarop voedsel wordt geproduceerd’, hield ze haar gehoor van meer dan 150 studenten en jonge mensen uit het veld voor die de eerste dag van het symposium bijwoonden. ‘De landbouw van de toekomst is in zijn fundamenten ecologisch’, benadrukte ze. ‘Het gaat om snappen en benutten van natuurlijke processen.’ Net als in de natuur is in de landbouw van de toekomst diversiteit het kernbegrip, aldus Louise O. Fresco.
Kantelpunt
Het tweedaagse symposium stond in het teken van levendige gesprekken tussen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden, boeren en studenten over biodiversiteit en melkveehouderij. Volgens algemeen directeur Martin Scholten van de Animal Sciences Group van Wageningen University & Research, staat de landbouw voor een nieuw kantelpunt.
‘Na de tweede wereld oorlog stonden we ook op een kantelpunt: we wilden nooit meer honger. Dat is gelukt. De productiviteit van onze landbouw is enorm. Daar mogen we trots op zijn. Maar er is ook een keerzijde: verborgen maatschappelijke kosten. We moeten daarom zien of we opnieuw succesvol een kanteling kunnen maken, deze keer naar een nieuwe melkveehouderij die kan rekenen op maatschappelijk draagvlak en tegelijkertijd vitale economische perspectieven biedt. Om de verborgen maatschappelijke kosten te kantelen naar baten. Dat is heel spannend, vraagt om keuzes, vraagt om experimenteren om te leren van anderen, vraagt om het vinden van nieuwe verdienmodellen gebaseerd op maatschappelijke waardering van burger en consument.’
Volgens Martin Scholten moeten we in de landbouw niet meer inzetten op één doctrine, maar juist zoeken naar verscheidenheid in oplossingen en werkwijzen. ‘Dan gaat het dus om kiezen tussen verweven van natuur in het landbouwsysteem met kruidenrijke akkers en weiden, of juist het scheiden van natuur en voedselproductie met coulissen en kruidenrijke akkerranden, en allerhande varianten daarop’, zegt Scholten. ‘Maar ik denk ook aan diversiteit door in te zetten op nieuwe kansen voor oude landbouwhuisdierrassen.’
Dat betekent volgens Scholten niet dat we terugkeren naar de landbouw van voor de tijd van Mansholt. ‘De technologie van vandaag stelt ons in staat om ecologisch slim als moderne ondernemers te boeren, op basis van fijnmazige data van eigen waarnemingsapparatuur, zoals sensoren en drones. Technologie maakt het mogelijk op een effectieve manier de omslag te maken in het kantelpunt waar we voor staan.’
Dairy Campus in Leeuwarden werpt zich samen met partners graag op als de hotspot voor deze vernieuwingsimpuls: ‘Met 550 koeien als inspiratiebron, die naast melk en mest vooral ook kennis produceren.’
Over Dairy Campus
Dairy Campus is het nationale innovatiecentrum voor de melkveehouderij waarin de keten van onderzoek, innovatie en onderwijs verenigd is. Het innovatiecentrum voedt de melkvee- en zuivelketen met innovatie en kennis, zodat de sector zijn positie in een sterk veranderende wereld kan behouden en uitbreiden.
Dairy Campus is een netwerkorganisatie met Wageningen University and Research, Hogeschool Van Hall Larenstein, Nordwin College, LTO Nederland, RUG Campus Fryslân, FrieslandCampina, Gemeente Leeuwarden, Provincie Friesland en financieel ondersteund door het samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN).