Een mengteelt van gras met rode en/of witte klaver heeft minder stikstof nodig dan zuivere grasteelt. Daarom heeft de adviesbasis bemesting een speciaal hoofdstuk over de bemesting van grasklaver. Het stikstofbemestingsadvies van de CBGV voor grasklaver varieert op jaarbasis van 30-80 kg N per ha voor enkel de eerste snede. Daarna is geen stikstofbemesting meer nodig. Daar zorgt de klaver dan voor.
De geadviseerde hoeveelheid stikstofbemesting is afhankelijk van het NLV en het gebruik van weiden of maaien. Een bemesting van 30 m3 drijfmest per hectare voor een eerste weidesnede is dan al bijna voldoende. Alle latere sneden hebben geen aanvullende bemesting meer nodig. Dat is tevens de kracht van klaver. Namelijk dat het met behulp van bacteriën gratis stikstof kan vastleggen uit de lucht. Dat bespaart dus bemestingskosten en is bovendien goed voor het milieu door minder uitstoot van broeikasgassen.
Wel of geen kunstmestaanvulling
Uitgaande van een voorjaargift van 30 m3 dierlijke mest en een totale jaargift van slechts 30-80 kilogram per hectare rijst al snel de vraag: “moet ik voor de eerste snede dan nog wel kunstmeststikstof strooien?” De adviesbasis geeft daarop het antwoord. Voor een eerste maaisnede bij een NLV <150 kg N per ha is namelijk toch nog een aanvulling van zo’n 25 kilgogram N per hectare met kunstmest nodig. In het voorjaar moet de stikstoflevering door klaver namelijk nog opgang komen. Vandaar dat enige aanvulling met kunstmest dan op z’n plaats is. Dit geeft een hogere opbrengst van de eerste snede en bevordert de grasgroei. Voor de totale jaaropbrengst maakt het evenwel weinig uit. Wel zien we dat sommigen hierdoor in de verleiding komen om dit ook voor de tweede en derde snede te doen. Op dat moment spannen ze echter het paard achter de wagen. De beoogde kunstmestbesparing wordt dan tenietgedaan omdat de klaver op dat moment ook minder stikstof gaat binden.
Bemesting P, K en S
Bij een goede P-, K- en S-toestand van de bodem is slechts minimale extra bemesting nodig. Maar met name voor witte klaver is toch kali belangrijk. Een kaligebrek maakt witte klaver gevoelig voor droogte waardoor het verdwijnt. Vooral op zandgronden is dit soms de oorzaak voor het plotseling wegvallen van klaver. Houdt de kalitoestand van een perceel grasklaver dus goed in de gaten en stuur op tijd bij met kali uit dierlijke mest of kunstmest. Let ook op het zwavel-leverend vermogen van de bodem. Als dit laag is (vaak op zandgronden, op klei wisselend en op veen niet) strooi dan voor de eerste en eventueel de tweede snede een zwavelhoudende meststof. Dit kan zijn in combinatie met stikstof (bijvoorbeeld KAS-S), of K2O (bijvoorbeeld kaliumsulfaatgranulaat), of Mg (bijvoorbeeld kieseriet), of Ca (bijvoorbeeld gips).
Bemesting bij herinzaai van een grasklaver
Een goede grasklaver heeft de beste slagingskans op een stikstofarme bouwlandstoppel. In de praktijk is dat dus meestal zaaien na de maïs. Hierbij gaat de voorkeur uit iin september, na een vroege maïsoogst. Als de bemesting voor de eerste snede uit drijfmest bestaat dan is daarmee de stikstof- en kalivoorziening vaak al gedekt. Alleen bij een voorvrucht van aardappelen is extra aandacht gewenst voor de kalitoestand. Kan er geen drijfmest worden bemest, bemest dan afhankelijk van de kalitoestand extra kali. Zorg juist bij een herinzaai dat er niet te veel stikstof wordt gegeven, maximaal 70 kilogram N per hectare uit drijfmest en/of kunstmest. Bij de bemesting van de eerste snede is het belangrijk dat klaver de kans krijgt zich te ontwikkelen. Te veel stikstof voor de eerste snede stimuleert vooral de grasgroei, waardoor het gras de klaver kan wegconcurreren. Overigens is het ook bij herinzaai belangrijk om de zwaveltoestand in de gaten te houden en indien nodig bij te bemesten.
pH en bekalken
Voor de stikstofbinding van klaver is de juiste pH belangrijk. Grasklaver groeit optimaal bij een pH van 5,2 tot 5,5. Enerzijds heeft de rhizobiumbacterie een optimale pH nodig, anderzijds heeft het ook met de beschikbaarheid van molybdeen voor de stikstofbinding te maken. Zorg er voor dat de pH al op peil is voordat wordt ingezaaid. De hogere pH stimuleert het bodemleven, waardoor meer organische stof wordt afgebroken en dus meer stikstof gemineraliseerd. Deze stikstofflush geeft het gras een concurrentievoordeel en kan het klaveraandeel negatief beïnvloeden. Idealiter gebeurt bekalken daarom vooraf aan de herinzaai in de bouwlandfase.
Bron: DairyCampus